Werknemers van DA Mignon City hebben een klant aangehouden op verdenking van oplichting en daarvan aangifte gedaan. De oplichting bestond hieruit dat de klant werd verdacht van het retourneren van zogenaamde aangekochte goederen, terwijl in werkelijkheid de goederen uit het winkelschap waren gehaald. De klant is uiteindelijk vervolgd maar door de strafrechter vrijgesproken. De klant heeft vervolgens de werkgever aansprakelijk gesteld voor het onzorgvuldig handelen van de werknemers. Volgens de klant bestond de onzorgvuldigheid hierin dat het recht op hoor en wederhoor is geschonden. DA Mignon City stelt zich op het standpunt dat werknemer juist hebben gehandeld en geen sprake is van onrechtmatig handelen.

De rechtbank oordeelt als volgt. Dat de klant uiteindelijk niet strafrechtelijk is veroordeeld, brengt niet zonder meer met zich dat DA onrechtmatig heeft gehandeld door aangifte te doen. Ook in geval van vrijspraak kan immers wel sprake zijn geweest van een redelijke verdenking. Uit de feiten en omstandigheden van het geval leidt de rechtbank af in casu de werknemer op juiste gronden een verdenking hebben gevestigd op de klant. Er is voorts geen sprake van schending van wederhoor, daar werknemers wel degelijk het verhaal van de klant hebben aangehoord, maar ongeloofwaardig vonden.

Volgt afwijzing vordering.