Op 1 mei 2002 is werknemer in dienst getreden bij Soweco, een sociale werkvoorziening, als opperman/bouwhulp. Op 3 februari 2005 is werknemer tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden aan een nieuwbouwwoning van een ladder gevallen. Het ongeval is ontstaan doordat werknemer een emmer water moest halen, maar de bouwlift tijdelijk buiten werking was (vanwege een daarin geparkeerde kruiwagen cement), waardoor werknemer besloot de emmer water via de trap naar de steiger te brengen. Hij is van de twaalfde trede afgevallen. De Arbeidsinspectie heeft geen schending kunnen constateren van de Arbo-wet. Werknemer stelt vervolgens werkgever aansprakelijk op grond van artikel 7:658 BW. Volgens werknemer is er sprake van een zorgplichtschending, bestaande uit onder meer het buitenwerking zijn van de bouwlift, het onjuist plaatsen van de ladder (de ladder zou niet ver genoeg uitsteken boven de tweede etage van de steiger), de aanwezigheid van hoekijzers rondom de ladder (waardoor de val extra hard aankwam) en het niet toezien op naleving van veiligheidsvoorschriften (waarschuwingsplicht). De werkgever stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een zorgplichtschending noch van een causaal verband. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer toegewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Volgens het hof is een ladder een geschikt hulpmiddel om een emmer water op/naar een steiger(onderdeel) te brengen. Dat de bouwlift tijdelijk buitenwerking was, levert derhalve geen zorgplichtschending op. Naar het oordeel van het hof kan de enkele aanwezigheid van hoekijzers niet leiden tot aansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW. De aanwezigheid van materialen op een bouwplaats is niet ongebruikelijk. Bovendien is gesteld noch gebleken dat de enkele aanwezigheid van hoekijzers de schade bij werknemer heeft veroorzaakt. De aanwezigheid van de hoekijzers heeft de schade hooguit vergroot, maar heeft niet het ongeval veroorzaakt en is dus op zichzelf beschouwd geen grond voor aansprakelijkheid van Soweco op grond van artikel 7:658 BW. Ten aanzien van de vraag of de ladder juist is geplaatst en werkgever voldoende toezicht heeft gehouden, wordt werkgever toegelaten nader bewijs te leveren dat dit het geval is. Ten aan zien van het causaal verband overweegt het hof het volgende. Soweco stelt dat het ongeval is veroorzaakt door een omstandigheid die zij ook met voldoende zorg redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen, zoals een black out of zich verstappen. Deze stelling is door werknemer uitdrukkelijk betwist. Het hof laat Soweco dan ook toe te bewijzen dat het ongeval ook zou hebben plaatsgevonden indien zij aan haar zorgplicht zou hebben voldaan.

Volgt aanhouding van de zaak.