Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer (31 jaar) is in 1998 in dienst getreden van Kongsberg, laatstelijk in de functie van teamleider. Naar aanleiding van een drietal incidenten (op 21 december 2007, in de nacht van 22 op 23 januari 2008 en 21 februari 2008) heeft Kongsberg werknemer op 22 februari 2008 op staande voet ontslagen. In alle gevallen heeft werknemer in strijd gehandeld met het geldende protocol. Na het eerste incident heeft Kongsberg alle teamleiders bijeen geroepen en benadrukt dat zij veel waarde hecht aan naleving van het protocol. Na het tweede incident heeft Kongsberg werknemer een officiƫle waarschuwing gegeven. De centrale vraag is of de gedragingen van werknemer een dringende reden voor ontslag opleveren.

Het hof oordeelt als volgt. De drie incidenten leveren onvoldoende dringende reden(en) op voor ontslag. Van belang acht het hof dat werknemer tijdens het eerste incident formeel geen verantwoordelijkheid droeg en hem dus ook geen verwijt kan worden gemaakt. Ten aanzien van het tweede incident zou eerder sprake zijn van een inschattingsfout, dan uitdrukkelijke overtreding van het protocol. Het derde incident is uiteindelijk wel conform protocol opgelost, zodat het aanvankelijk afwijken van het protocol niet te zwaar mag wegen. Bij de beoordeling van de drie incidenten neemt het hof tevens in aanmerking dat werknemer al tien jaren bij Kongsberg werkte, dat uit de beoordelingsformulieren volgt dat werknemer goed werkte - hetgeen ook blijkt uit de promotie vanwerknemer naar teamleider in 2004 - en dat werknemer bij het eerste en derde incident heeft gehandeld waar hij dat in beginsel niet had hoeven doen. Bovendien blijkt uit de stukken dat Kongsberg pas recentelijk, na de komst van de heer X in september 2007, een ander beleid heeft ingevoerd, waarbij kwaliteit en niet kwantiteit voorop stond. Aldus is niet uit te sluiten dat werknemer - zoals hij zelf stelt - nog niet (voldoende) aan deze cultuuromslag was gewend.

Volgt bekrachtiging vonnis kantonrechter.