Werknemer (46 jaar) is vanaf 10 september 1984 bij KLM in dienst in de functie van tugdriver. Voor deze functie is op grond van de Wet Veiligheidsonderzoeken (WVo) een zogenoemde Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) vereist. Op grond van de WVo dient KLM een werknemer waarvan de VGB wordt ingetrokken zo spoedig mogelijk uit zijn dienstbetrekking te ontheffen. In mei 2008 is werknemer strafrechtelijk veroordeeld voor diefstal met geweld. Op 13 november 2008 is de VGB ingetrokken. KLM heeft werknemer geschorst met behoud van loon in afwachting van de bezwaarprocedure door werknemer tegen deze intrekking. Op 18 maart 2009 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken het bezwaar van werknemer ongegrond verklaard. Thans verzoekt KLM ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Mede vanwege het feit dat in 2004 ook al de VGB van werknemer is ingetrokken - waarna KLM werknemer indringend had gewaarschuwd - kon werknemer worden beschouwd als een gewaarschuwd man. Voorts brengt de intrekking van een VGB per definitie met zich dat er sprake is van een vertrouwensbreuk. Volgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding.