Rechtspraak
Werknemer is sinds 1 januari 2000 in dienst van werkgever, laatstelijk als manager. Nadat zowel het personeel waarin werknemer leiding moest geven, als een groot aantal klanten het vertrouwen in de leidinggevende capaciteiten van werknemer heeft opgezegd, heeft werkgever werknemer uit deze leidinggevende functie geplaatst (eenzijdige wijziging). Werknemer heeft in kort geding wedertewerkstelling in zijn managementfunctie gevorderd. In eerste aanleg is zijn vordering afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Of sprake is van een rechtsgeldige eenzijdige wijziging kan in deze procedure niet worden beantwoord, omdat daarvoor nadere bewijsvoering noodzakelijk is. Ten aanzien van de gevorderde wedertewerkstelling overweegt het hof dat nu het vertrouwen in werknemers leidinggevende capaciteiten door het personeel als ook door een groot aantal klanten is opgezegd, is er geen reden voor toewijzing van deze vordering. Daarbij komt dat werknemer inmiddels meer dan een jaar niet meer in de functie van manager werkzaam is, waardoor de wedertewerkstelling enkel ongeloofwaardig(er) wordt.
Volgt bekrachtiging vonnis kantonrechter.