Rechtspraak
Werknemer is op 17 mei 2004 op staande voet ontslagen wegens diefstal. Bij tussenarrest is werkgever opgedragen te bewijzen dat werknemer kasontvangsten niet aan werkgever heeft afgedragen. De werkgever heeft daartoe ondermeer camerabeelden in het geding gebracht en getuigenverhoor doen plaatsvinden.
Het hof oordeelt als volgt. Onder ‘afdragen van kasgelden’ wordt mede verstaan het opbergen van de gelden in de daartoe bestemde kluis. Op de camerabeelden van werkgever zijn geen beelden zichtbaar van de kluis, zodat moet worden aangenomen dat werknemer de kasgelden in de kluis heeft opgeborgen. Het feit dat op de camerabeelden is te zien dat werknemer aan personeelslid B contant geld betaalt, is onvoldoende om van diefstal of verduistering te spreken, nu in rechte is komen vast te staan dat B ‘zwart betaald’ kreeg voor diverse werkzaamheden bij werkgever. De slotsom luidt dat werkgever niet is geslaagd in het hem opgedragen bewijs, zodat het ontslag op staande voet nietig is. De gevorderde loonvordering wordt toegewezen en komt niet voor matiging in aanmerking. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot 10%.
Volgt vernietiging vonnis kantonrechter.