Werknemer vordert loon van Joy 4 Life. Daartoe stelt werknemer dat zijn arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op grond van artikel 7:668a BW van rechtswege is geconverteerd in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, omdat het de vierde in een reeks is. Joy 4 Life betwist dat sprake is van de vierde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en stelt zich op het standpunt dat de eerste overeenkomst een zuivere leer-/stageovereenkomst bedraagt. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat de leer-/stageovereenkomst tevens een als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW moet worden gekwalificeerd, zodat de vordering van werknemer toewijsbaar is. Tegen dit oordeel heeft Joy 4 Life hoger beroep ingesteld.

Het hof oordeelt als volgt. In de schriftelijke overeenkomst van 10 juli 2003 worden partijen aangeduid als “werkgever” en “werknemer” en wordt gesproken van “in dienst treden van”. Voorts staat “Arbeidsovereenkomst” als kop boven de overeenkomst vermeld. Werknemer kreeg aanzienlijk meer uitbetaald dan het voor hem geldende minimumloon, zodat gesproken kan worden van beloning ex artikel 7:610 BW in plaats van onkostenvergoeding. Ook werd werknemer door werkgever op zijn functioneren beoordeeld (zonder dat enige notie werd gemaakt van de stageovereenkomst). De stelling dat werkgever een kleine onderneming is, die zich niet bewust is van de juridische gevolgen van bepaalde bewoordingen in een overeenkomst en daarom de inhoud van de overeenkomst niet kan worden tegengeworpen, wordt door het hof gepasseerd. De bewoording van de overeenkomst vormt immers slechts een van de vele factoren. Dat voorts geen sprake zou zijn van productieve arbeid, wordt eveneens gepasseerd wegens onvoldoende onderbouwing. Het enkele feit dat werknemer begeleiding kreeg bij zijn werkzaamheden, maakt niet dat geen sprake zou zijn van arbeid. Het voorgaande brengt met zich dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Dit betekent dat sprake was van een vierde arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:668a BW, zodat de kantonrechter terecht de loonvordering van werknemer heeft toegewezen.

Volgt bekrachtiging vonnis kantonrechter.