Rechtspraak
Werknemers waren allen werkzaam bij IBM en zijn voor 1 januari 1996 gepensioneerd. Op genoemde datum is met instemming van werknemers het pensioen van IBM ondergebracht bij Stichting Pensioen IBM Nederland (SPIN). Het pensioen was voorheen ondergebracht bij AMEV. In het kader van de overdracht zijn afspraken gemaakt met werknemers, in het bijzonder met betrekking tot de indexering van het pensioen. In het nieuwe pensioenreglement is onder meer een wijzigingsbeding opgenomen. In 2006 heeft IBM - met instemming van de GOR - voor een andere indexatieberekening gekozen. Werknemers hebben zich verenigd in de Vereniging Grey Blue Circle (GBC) en vorderen nakoming van hun onvoorwaardelijk toegezegde pensioenindexering. Volgens werknemers komt IBM geen beroep toe op het pensioenwijzigingsbeding, daar zij niet meer in dienst zijn van IBM. Voorts is sprake van een ‘verworven recht’ dat niet zomaar kan worden aangetast.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu het hier gaat om een wijziging van het Pensioenreglement 1996 per 1 juni 2006 moet het geschil worden beoordeeld aan de hand van de bepalingen van de toen nog geldende Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW). Kern van het geschil is de vraag of SPIN gerechtigd was om ten aanzien van werknemers wijziging aan te brengen in de voor 1 juni 2006 geldende indexeringsbepaling. Voor de beantwoording van die vraag dient onderscheid gemaakt te worden tussen enerzijds toezeggingen waarbij de toepassing van indexering afhankelijk is gesteld van tevoren bepaalde, objectieve criteria, anderzijds toezeggingen waarbij die toepassing afhankelijk is gesteld van (nadere) besluitvorming door het bestuur van het pensioenfonds. In lijn met in dit rechtsgebied gebezigd jargon zullen die twee categorieën hier verder respectievelijk worden aangeduid als onvoorwaardelijke en voorwaardelijke toezeggingen. In voornoemde zin bevat artikel 11.6 van het Reglement 1996 een onvoorwaardelijke toezegging tot indexering van het pensioen. Het pensioen diende te worden verhoogd bij stijging van het prijsindexcijfer tenzij de indexatiebuffer de verhoging niet toeliet. Of aan die criteria is voldaan, kan naar objectieve maatstaven worden vastgesteld, waarbij geen ruimte is voor afwijkende besluitvorming. Het oude artikel sprak ook niet over nadere besluitvorming of enige vorm van beleidsvrijheid voor (het bestuur van) SPIN. De onvoorwaardelijke toezegging van indexering (mits is voldaan aan de maatstaven van het oude artikel 11.6 van het Pensioenreglement) maakt deel uit van de pensioenaanspraken van werknemers. Gelet op de thans van kracht zijnde artikelen 18 en 20 Pensioenwet moet naar het huidige recht gelden dat aan die verworven aanspraak niet meer kan worden getornd. Dat tussen de “actieven” en IBM nieuwe afspraken zijn gemaakt kan evenmin van invloed zijn op rechten van werknemers, die immers geen partij zijn bij die afspraken. De conclusie is dat de wijziging van artikel 11.6 van het Pensioenreglement in ieder geval niet geldt voor werknemers.
Volgt verklaring voor recht dat werknemers niet gehouden zijn aan de wijziging van het Pensioenreglement 1996.