Rechtspraak
Werkneemster (51 jaar) is vanaf 6 november 2006 werkzaam in dienst van BoCari. Op 20 oktober 2008 heeft werkneemster zich ziek gemeld met klachten van reumatologische aard. De arboarts heeft haar evenwel geschikt geacht passende werkzaamheden te verrichten op het kantoor te Breda gedurende driedagen per week voor vijf uur per dag. Werkneemster heeft deze werkzaamheden slechts gedurende een uur per dag verricht, omdat de reistijd van woonplaats werkneemster naar Breda twee uur duurde. Het UWV heeft geoordeeld dat - mede vanwege de langer reistijd - geen sprake is van passende arbeid. Thans verzoekt BoCari ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Daartoe heeft BoCari aangevoerd dat er door de financiële crisis sprake is van een dramatisch dalend aantal orders waardoor de functie van werkneemster is komen te vervallen. BoCari maakt gebruik van deeltijd-WW en heeft alle mogelijke kostenbesparende maatregelen (beëindiging leasecontracten e.d.) reeds doorgevoerd.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In casu dient onderzocht te worden of sprake is van (de reflexwerking van) het opzegverbod tijdens ziekte. Daarbij dient met name ook artikel 7:670b BW te worden onderzocht. Hierin staat opgenomen dat het opzegverbod wegens ziekte niet van toepassing is in geval van bedrijfseconomisch ontslag waarbij de op voorhand uitgesloten is dat de werknemer na zijn/haar herstel herplaatst kan worden. Het opzegverbod behelst een zekere “reserveringsgedachte”, en als op voorhand duidelijk is dat er geen baan te reserveren valt, bijvoorbeeld omdat het bedrijf(sonderdeel) ophoudt te bestaan, mist het opzegverbod betekenis, zodat aan eventuele reflexwerking hiervan niet wordt toegekomen. In casu is geen sprake van bedrijfssluiting (of een onderdeel daarvan). Het enkele verval van de functie van werknemer, rechtvaardig nog geen beroep op artikel 7:670b BW. Voorts blijkt uit de overlegde financiële bescheiden onvoldoende dat sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak tot ontslag. Dat inmiddels een deeltijd-WW is toegewezen, maakt dit niet anders, temeer niet nu de te verwachten positieve financiële gevolgen van deze maatregel nog niet zijn meegenomen in de cijfers. Bovendien kan daaruit ook afgeleid worden dat het vooralsnog gaat om een tijdelijke terugval van de opdrachten, als er al sprake is van een grote teruggang in opdrachten.
Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.