Rechtspraak
Werknemer is sinds 1 juni 1997 in dienst van werkgever. Op 8 november 2004 is hem bij het schoonmaken van een granulaatmolen een ongeval overkomen. Daarbij is werknemer met zijn beide handen bekneld geraakt in de bewegende delen van de granulaatmolen, werden aan zijn rechterhand de ringvinger en de middelvinger geamputeerd en werden aan zijn linkerhand alle vier de vingers geamputeerd. De Arbeidsinspectie heeft aan werkgever een boete opgelegd wegens schendingen van de Arbeidsomstandighedenwet en -besluit. Volgens de inspecteur was werknemer onvoldoende geïnstrueerd. De werkgever stelt zich op het standpunt dat hij alles heeft gedaan wat redelijkerwijze van hem kon worden gevergd. Werknemer heeft zelf in strijd gehandeld met uitdrukkelijke veiligheidsvoorschriften, aldus werkgever. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer toegewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Uit de opgelegde bestuurlijke boete volgt dat werkgever in beginsel verwijtbaar heeft gehandeld. Voorts is niet gesteld of gebleken dat het bedrijfsreglement bijzondere voorschriften bevat over het werken met granulaatmolens of dat werkgever enige schriftelijke instructie voor het schoonmaken van granulaatmolens heeft verstrekt. Voor een gevaarlijke machine zoals de granulaatmolen geldt in het bijzonder dat daarop aangebrachte waarschuwende teksten of door mondelinge instructies gegeven waarschuwingen niet steeds voldoende zijn om aan de onderhavige veiligheidsverplichting te voldoen. Werkgever stelt wel dat op maandelijkse overleggen steeds over Arbobeleid en/of veiligheid werd gesproken, maar niet dat en hoe frequent binnen haar bedrijf de veiligheid van de werkomgeving en het schoonmaakwerk aan de granulaatmolens onder de aandacht is gebracht. Dat werknemer een zeer deskundige en ervaren werknemer is, doet aan het voorgaande niet af. De werkgever heeft dan ook zijn zorgplicht geschonden.
Volgt bekrachtiging vonnis kantonrechter.