Rechtspraak
Werknemers zijn in dienst van Veolia. Zij hebben binnen Veolia de functie van Centrale Verkeers Leider (hierna CVL) uitgevoerd. Die functie is door een externe beroepscommissie gewaardeerd en met ingang van 1 april 2002 ingedeeld in loonschaal 7 (voorheen loonschaal 6). Op basis van artikel 25 lid 2 CAO Openbaar Vervoer wordt bij herinschaling op grond van functiewaardering overgeschaald in de volgende loonschaal naar het gelijke of - bij ontbreken hiervan - naast hogere bedrag plus tenminste één trede. Volgens werknemers heeft Veolia deze overschaling en tredeverhoging bij hen niet toegepast. Op enig moment zijn werknemers uit de functie van CVL ontheven en teruggeplaatst in de functie van chauffeur. Met een beroep op artikel 24A van de CAO Openbaar Vervoer- waarin is bepaald dat het functieloon van een werknemer alleen mag worden verlaagd indien de werknemer schriftelijk instemt met de benoeming in een functie waarvoor is vastgesteld dat een lager functieloon van toepassing is - stellen werknemers dat zij, ook na de (terug)plaatsing als chauffeur, het salaris conform salarisschaal 7 vermeerderd met de jaarlijkse tredeverhogingen en cao-loonsverhogingen hadden dienen te behouden. Volgens Veolia heeft zij artikel 25 lid 2 CAO Openbaar Vervoer juist toegepast. Ten aanzien van artikel 24A merkt Veolia op dat werknemers na de functiewijziging hun loon hebben behouden, maar dat dit loon is 'bevroren' totdat de periodieke loonsverhogingen hun huidige loonniveau zouden gaan overstijgen. Werknemers hebben volgens Veolia geen recht op behoud van hun huidige (veel hogere salaris) én periodieke loonsverhoging.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op basis van het door partijen over en weer gestelde komt de kantonrechter tot de conclusie dat niet dan wel onvoldoende door werknemers is aangetoond dat Veolia aan artikel 25 lid 2 CAO Openbaar Vervoer geen toepassing heeft gegeven. Artikel 24A CAO Openbaar Vervoer wil voorkomen dat werknemers die instemmen met een functieaanpassing van de ene op de andere dag geconfronteerd worden met een terugval in inkomsten. Afgezien van het feit dat voor een functieaanpassing zoals in casu aan de orde was geen instemming van de werknemer nodig is, is van een terugval in inkomsten evenmin sprake, werknemers blijven als chauffeur verdienen wat ze tot dat moment als CVL verdienden. Letterlijk beschouwd ziet artikel 24A dus niet op deze situatie. Een andere uitleg van artikel 24A CAO Openbaar Vervoer strookt niet met de uitlegregels van de Hoge Raad (met name ten aanzien van de 'aannemelijkheid van rechtsgevolgen'). Daarbij komt dat een ander niveau van functioneren een andere beloning met zich meebrengt nauwelijks bevreemding kan wekken.
Volgt afwijzing vordering werknemers.