Naar boven ↑

Rechtspraak

Onvoldoende inspaningen werkgever tot aanbieden passende functie werknemer leidt tot ontbinding C=2

Werknemer (49 jaar) is op 1 oktober 2002 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Flynth in de functie van Hoofd Belastingen. Nadat een reorganisatie is doorgevoerd en werknemer niet in aanmerking is gekomen voor de functie van Vakgroepmanager, heeft werknemer te kennen gegeven geen toekomst meer te zien bij Flynth, tenzij hem alsnog een passende functie wordt aangeboden. Omdat Flynth in de ogen van werknemer hem ten onrechte de functie van Vakgroepmanager heeft onthouden en voorts niet, althans onvoldoende, heeft ingespannen een passende functie te vinden, verzoekt werknemer ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het is voldoende aannemelijk dat de oude functie van werknemer in het kader van een herstructurering is vervallen. Het staat een werkgever vrij zijn organisatie zo in te richten als hem goed dunkt en in dit geval betekent dat dat de functies van hoofden vaktechniek mochten vervallen. Maar dat betekent ook dat op Flynth een zware verantwoordelijkheid rust om voor werknemer een goede oplossing en een passende functie te vinden. Die verantwoordelijkheid wordt nog verder verzwaard doordat werknemer nu juist door een Flynth was aangenomen om naast de werkzaamheden als belastingadviseur ook een leidinggevende functie op zich te nemen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Flynth zich daarvoor onvoldoende en te laat ingespannen. Voorts heeft Flynth zich niet als goed werkgever gedragen door kort na de gerezen onenigheid tussen partijen toestemming aan het UWV Werkbedrijf te vragen voor opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter is daarom van oordeel dat een vergoeding van € 135.600 voor werknemer billijk is (C=2).