Rechtspraak
Werkneemster is op 1 februari 2000 in dienst getreden van Basell in de functie van secretary CEO en office manager. Vanaf 26 juni 2006 is zij volledig uitgevallen wegens arbeidsongeschiktheid door ziekte. In februari en april 2008 heeft de bedrijfsarts geadviseerd een WIA-aanvraag voor te bereiden. In mei 2008 hebben partijen een beëindigingsovereenkomst gesloten waarbij aan werkneemster een vergoeding ad € 90.000 is toegekend. Partijen hebben elkaar finale kwijting verleend. Op 16 juni 2008 bericht het UWV aan Basell dat zij 60 dagen te laat is met het indienen van een WIA-aanvraag voor werkneemster en legt Basell een loonsanctie op. Werkneemster vordert loon gedurende de door het UWV aan Basell opgelegde loonsanctieperiode (tot 22 augustus 2008). Basell beroept zich primair op de overeengekomen finale kwijtingsclausule. Voorts merkt Basell op dat werkneemster sowieso geen recht zou hebben op loon, omdat zij zonder deugdelijke grond de aanvraag voor de WIA-uitkering later heeft ingediend dan in artikel 64 lid 1 WIA is voorgeschreven (art. 7:629 lid 3 sub f BW).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Van een loonvordering kan in casu geen sprake zijn, daar in confesso is dat de arbeidsovereenkomst per 1 juli 2008 is geëindigd. De kantonrechter vat de vordering derhalve op als een schadevergoeding wegens gederfde inkomsten. Anders dan werkneemster stelt, valt uit de adviezen van de bedrijfsarts niet af te leiden dat zij moest wachten met het indienen van een WIA-aanvraag totdat een nader rapport inzake haar arbeidsongeschiktheid was opgesteld. Werkneemster had derhalve tijdig een WIA-aanvraag kunnen indienen. Nu de weigering van het UWV om een WIA-uitkering te verstrekken geen verband houdt met schending van re-integratieverplichtingen van Basell, kan niet worden geoordeeld dat Basell heeft gehandeld in strijd met het goed werkgeverschap. Voorts zijn geen omstandigheden gesteld of gebleken waaruit volgt dat gebondenheid aan de finale kwijtingsclausule naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Volgt afwijzing vordering werknemer.