Naar boven ↑

Rechtspraak

Geschil over echtheid handtekening onder relatiebeding

Werkneemster is op 23 juli 2007 in dienst getreden van X BV, een onderneming die zich bezighoudt met het verlenen van thuiszorg. Op 20 februari 2008 heeft werkneemster op staande voet ontslag genomen, nadat zij was uitgenodigd door werkgever om te komen praten over een aantal tegen haar gerichte klachten. Thans vordert werkgever schadevergoeding wegens een schadeplichtige opzegging van werkneemster alsmede naleving van het tussen hen overeengekomen relatiebeding. Werkneemster voert als verweer dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is op grond van artikel 20 EEX-Verordening en dat de handtekening onder het relatiebeding niet van haar afkomstig is. De kantonrechter heeft de vordering van werkgever inzake het relatiebeding afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. De kantonrechter was bevoegd kennis te nemen van deze zaak, daar het een voorlopige maatregel betrof ex artikel 24 juncto 31 EEX-Verordening. Uit de inmiddels overlegde forensische rapportage blijkt dat de handtekening wel degelijk van werkneemster afkomstig is, zodat de vordering tot handhaving van het relatiebeding voor toewijzing vatbaar is.

Volgt vernietiging van het vonnis van de kantonrechter.