Werknemer (46 jaar) is in 2001 in dienst getreden van Walvin (een onderneming die zich onder meer bezighoudt met de verkoop van onderdelen van glasvezelsystemen voor de telecommunicatie). Werknemer is in dienst getreden in de functie van rayonmanager. Thans is werknemer werkzaam in de functie van accountmanager tegen een salaris van € 5.028. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing. Werknemer is voornemens per 1 september 2009 voor onbepaalde tijd als sales manager Benelux in dienst te treden bij Emtelle Europe B.V. te Nuenen, hierna te noemen Emtelle. Hij kan daar een salaris verdienen van € 6.900 per maand. Walvin vordert naleving van het concurrentiebeding. Werknemer stelt zich op het standpunt dat het concurrentiebeding zuiver grammaticaal moet worden uitgelegd, zodat indiensttreding bij een onderneming waarin Walvin geen aandelen houdt niet onder het beding valt. Voorts is sprake van verval wegens zwaarder drukken, dan wel vernietiging ex artikel 7:653 lid 2 BW.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor de uitleg van een concurrentiebeding is het Haviltexcriterium van toepassing. Dat is af te leiden uit het arrest van de Hoge Raad van 1 april 2003, JAR 2003/107. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter moet het voor gedaagde duidelijk zijn geweest dat het beding ook bedoeld was hem te beperken in zijn bevoegdheid om na het einde van zijn dienstverband in dienst te treden bij een onderneming die op dezelfde markt actief is als Wavin zelf. Het lijkt erop dat bij het redigeren van het beding sprake is geweest van een omissie die door beide partijen over het hoofd is gezien.

Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter heeft werknemer het zwaarder drukken van het concurrentiebeding in deze kort geding procedure onvoldoende aannemelijk gemaakt. De rechtspraak van de Hoge Raad komt erop neer dat bij een toetsing of een concurrentiebeding nog steeds, al dan niet gedeeltelijk, geldig is na een functiewijziging, onderzocht moet worden of er sprake is van een ingrijpende functiewijziging en als gevolg daarvan het beding aanmerkelijk zwaarder op de werknemer is gaan drukken. Wavin heeft gemotiveerd betwist dat de functie van werknemer ingrijpend is gewijzigd en gedaagde heeft onvoldoende geconcretiseerd waarom daarvan wel sprake zou zijn. Het doen van overnames door het Wavinconcern betekent niet zonder meer dat als gevolg daarvan de functie van gedaagde ingrijpend is gewijzigd en het beding daardoor aanmerkelijk zwaarder op hem is gaan drukken.

Wel acht de kantonrechter een gedeeltelijke vernietiging in de bodemprocedure aangewezen wegens de aanzienlijke salarisverbetering van werknemer. De werking van het concurrentiebeding zal derhalve worden geschorst vanaf 1 maart 2010.