Rechtspraak
Werkneemster is op basis van een arbeidsovereenkomst van 1 april 2001 tot 16 januari 2008 als een winkelhulp voor 20 uur per week in dienst van werkgeefster geweest. De arbeidsovereenkomst is na een daartoe verkregen ontslagvergunning opgezegd. Op de arbeidsverhouding is van toepassing de cao voor de Groothandel in Aardappelen, Groente en Fruit. Per 1 augustus 2008 zijn de lonen ingevolge deze cao met 3,25 % verhoogd. Werkneemster vordert loon over een aantal periodes in 2008 en 2009, alsmede de niet toegekende loonsverhoging en niet-uitbetaalde vakantiedagen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De werkgever heeft de loonvorderingen onvoldoende weersproken, althans geen administratie overhandigd waaruit het tegendeel blijkt. De vorderingen worden derhalve toegewezen. De vordering met betrekking tot de niet-genoten vakantie-uren wordt door werkgeefster weersproken stellende dat deze uren in december door haar als opgenomen zijn beschouwd, omdat de winkel vanaf 15 december 2008 gesloten was. Werkneemster bestrijdt dat zij in deze periode verlof heeft opgenomen: de winkel was gewoon dicht. Werkgeefster miskent door de stelling dat zij het verlof enkel doordat de winkel gesloten was als opgenomen beschouwen het bepaalde in artikel 7: 638 lid 2 BW, waarin kort gezegd wordt bepaald dat werknemer en werkgever vakantiedagen in goed overleg vaststellen tenzij er een gewichtige reden is om anders te handelen. Derhalve wordt ook deze vordering toegewezen.