Rechtspraak
De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer over de weg (hierna: de Stichting) is opgericht ter uitvoering van de SOOB-CAO en heeft tot doel het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak en meer speciaal het financieren van activiteiten die daaraan kunnen bijdragen. Een onder de werkingssfeer van de SOOB-CAO vallende werkgever is verplicht bijdragen te betalen. Bij besluit van de minister van SZW van 12 maart 2004 is Getru gedispenseerd van de toepassing van - onder meer - de SOOB-CAO, vanwege het toepassen van een eigen ondernemings-cao. Dit dispensatiebesluit is door de minister ingetrokken. De Stichting heeft daarop met terugwerkende kracht bijdragen in rekening gebracht bij Getru over de jaren 2004, 2005 en 2006, aangevuld met de wettelijke rente. In eerste aanleg is Getru veroordeeld tot betaling van de gevorderde geldsommen. In hoger beroep vordert Getru vernietiging van dit vonnis.
Het hof oordeelt als volgt. Getru stelt dat naar analogie van de Wet AVV aan de intrekking van het dispensatiebesluit geen terugwerkende kracht kan toekomen. Deze grief faalt, omdat de terugwerkende kracht volgt uit de beslissing van de minister van SZW welke formele rechtskracht heeft. De vraag of naar analogie en strekking van de Wet AVV aan een intrekking van een eerder verleende dispensatie geen terugwerkende kracht kan worden gegeven, staat niet ter beoordeling van de civiele rechter in het onderhavig geding. Van belang is voorts dat het in het systeem van de Wet AVV past dat een derde als de Stichting op de formele rechtskracht van bedoelde beslissing een beroep kan doen. In dat systeem kan immers ook een dispensatie worden tegengeworpen aan degenen die, zoals de Stichting, zonder die dispensatie naleving van een algemeen verbindend verklaarde CAO kunnen afdwingen.
Anders dan de kantonrechter oordeelt het hof dat Getru terecht over de jaren 2005 en 2006 geen premies aan de Stichting is verschuldigd wegens gebondenheid aan een andere cao, te weten CAO Altro Via. Omdat onduidelijkheid bestaat over de precieze datum van inwerkingtreding van deze laatste CAO, wordt de zaak aangehouden.