Rechtspraak
Appellant is naar Curaçao verhuisd in het vertrouwen dat hij onderdeel van het vrijwilligerskorps van de brandweer zou gaan vormen. De vraag is of het Eilandgebied jegens appellant het rechtens te honoreren vertrouwen heeft gewekt dat appellant zou worden aangesteld bij de vrijwillige brandweer op Banda Bao.
Het Hof stelt voorop dat, zoals het eerder heeft overwogen (Hof 30 januari 2001, NJ 2001, 579 en Hof 27 november 2006 149 HLAR 23/06), het van groot belang is in een kleinschalige samenleving als de Curaçaose, waar persoonlijke verhoudingen een grote rol spelen en een expliciete weigering niet gemakkelijk wordt gegeven, dat regels inzake de bevoegdheid en formele besluitvorming strikt in acht worden genomen. Toepasselijk op het geschil is de Rechtspositieregeling Vrijwilligers Brandweer Curaçao, nu deze ingevolge artikel 1 van toepassing is op degenen die anders dan bij wijze van beroep bij de Dienst Brandweer van het Eilandgebied werkzaamheden verrichten. Artikel 6 lid 1 bepaalt dat indienstneming bij het Eilandgebied van een vrijwilliger bij de brandweer geschiedt door het bestuurscollege op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aangegaan. In het onderhavige geval heeft het Hof onvoldoende aanleiding om geval een uitzondering te maken. Er is geen sprake van schending van het vertrouwensbeginsel.