Rechtspraak
Werknemer is tussen 1964 en 1968 werkzaam geweest bij Gorate (een timmerbedrijf). In 2007 is werknemer overleden aan de gevolgen van een asbestmesothelioom. De weduwe van werknemer stelt Gorate aansprakelijk voor de schade wegens het schenden van de zorgplicht ex artikel 7:658 BW (blootstelling aan wit asbest). Het Instituut Asbestslachtoffers heeft in 2007 geoordeeld dat Gorate destijds verwijtbaar te kort is geschoten in haar zorgplicht jegens wijlen werknemer. Gorate stelt zich op het standpunt dat zij geen zorgplicht heeft geschonden, omdat - anders dan asbestverwerkende bedrijven zoals Eternit - zij pas eerst in 1969 op de hoogte had kunnen zijn van de risico's en gevolgen van werken met asbesthoudende materialen. Voorts beroept Gorate zich op verjaring.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor het aannemen van een zorgplicht als door de weduwe van werknemer gesteld ter bescherming van een werknemer tussen 1964 en 1968 was naar het oordeel van de kantonrechter, naast de publicatie van Stumphius in 1969, te minder reden omdat nog vele jaren na 1969 in de wetenschap verschillende opvattingen heersten omtrent de vraag of ook wit asbest, zoals dat in de Eternit golfplaten verwerkt was, de asbestziekte asbestose tot gevolg kon hebben. Pas rond de negentiger jaren van de vorige eeuw werd duidelijk(er) dat ook wit asbest dodelijk kon zijn. Hoe verschrikkelijk de dood van werknemer als gevolg van mesothelioom ook is, in deze procedure kan naar het oordeel van de kantonrechter niet vastgesteld worden en derhalve niet voor recht worden verklaard dat Gorate destijds in haar zorgplicht jegens hem toerekenbaar tekort is geschoten. Er was destijds in de bouwwereld niets of te weinig bekend omtrent de gevaren van werken met asbestproducten, om aanvullende veiligheidsmaatregelen van de werkgeefster te kunnen verlangen.
Ten overvloede merkt de kantonrechter op - na toetsing aan de zogenoemde Hese/De Schelde-gezichtspunten - dat het beroep van Gorate op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.
Volgt afwijzing van de vordering.