Rechtspraak
Werkneemster (54 jaar) is sinds 1 oktober 2001 in dienst van de Stichting FKPD. FKPD is een zorginstelling voor geestelijk en lichamelijk gehandicapten. Werkneemster is op 14 mei 2009 geschorst en kort daarna op staande voet ontslagen, wegens het vermoeden dat zij een mannelijke cliënt seksueel zou hebben misbruikt en beroofd. Thans verzoekt FKPD voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair op grond van een dringende reden en subsidiair op grond van veranderingen van de omstandigheden.
Het Gerecht in Eerste Aanleg oordeelt als volgt. Voor de vermeende diefstal is onvoldoende bewijs geleverd. Ook de vermeende seksuele handelingen, acht het Gerecht onvoldoende om ontbinding wegens een dringende reden te rechtvaardigen. Wel acht het Gerecht sprake van een verstoorde arbeidsrelatie. Ook indien in rechte komt vast te staan dat geen sprake is van een terecht verleend ontslag op staande voet, leveren overige omstandigheden (slecht functioneren van werkneemster) voldoende grond op om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Daarbij kan aan werkneemster een verwijt worden gemaakt. Het Gerecht is van oordeel dat aan werkneemster een vergoeding toekomt van € 15.000 bruto.