In een tussen partijen gesloten beëindigingsovereenkomst is een bindend adviesclausule opgenomen, inhoudende dat eventuele geschillen aan de notaris zullen worden voorgelegd. In de beëindigingsovereenkomst is tevens een non-concurrentiebeding opgenomen. De notaris heeft de voorwaarden in de beëindigingsovereenkomst. Eisers stellen zich op het standpunt dat verweerder het non-concurrentiebeding heeft geschonden en gehouden is de contractuele boete van € 1.540.000 te voldoen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat zijn handelingen niet onder het non-concurrentiebeding vallen. De notaris heeft overeenkomstig het bindend advies een uitleg aan het beding gegeven welke overeenkomt met de stelling van eisers. Verweerder heeft middels buitengerechtelijke verklaring de ontbinding van het bindend advies ingeroepen. Eisers hebben een verklaring voor recht gevorderd dat verweerder ten onrechte het bindend advies heeft vernietigd. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aan het bindend advies kon worden gehouden. Het hof oordeelde - op andere gronden - in gelijke zin. In cassatie staat de vraag centraal of het bindend advies terecht vernietigd is.

De A-G concludeert als volgt. Het feit dat de notaris zelf de bepalingen heeft opgenomen en vervolgens zichzelf als objectieve derde in de zin van het bindend advies heeft aangewezen, is zeer bedenkelijk. In navolging van de het hof kan derhalve geen sprake zijn geweest van een onafhankelijke en onpartijdige behandeling. Gebondenheid aan een bindend adviesclausule is dan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.

De Hoge Raad oordeelt tot verwerping van het cassatieberoep (81 RO).