Naar boven ↑

Rechtspraak

Schending re-integratieverplichtingen werkgever levert geen schending zorgplicht ex artikel 7:658 BW op, maar maakt het ontslag wel kennelijk onredelijk

Werknemer (58 jaar) is in 1977 in dienst getreden van (de rechtvoorganger van) het UWV. Vanaf 2003 is werknemer arbeidsongeschikt wegens ziekte. De re-integratie is per 14 juli 2005 gestaakt. Werknemer heeft een WAO-uitkering ontvangen voor 80-100% arbeidsongeschiktheid. In 2007 is de arbeidsovereenkomst met toestemming van het CWI opgezegd. Werknemer vordert thans schadevergoeding op grond van artikel 7:658 BW alsmede schadevergoeding op grond van kennelijk onredelijk ontslag. Volgens werknemer is het UWV tekort geschoten in de re-integratieverplichtingen en heeft zij daarom haar zorgplicht geschonden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De zorgplicht waarop werknemer zijn primaire vordering baseert, is niet de zorgplicht waarvoor artikel 7:658 BW beoogt bescherming te bieden. Voor de toepassing van artikel 7:658 BW is vereist dat sprake is van schending door de werkgever van een concrete en kenbare veiligheidsnorm die gericht is op het voorkomen van letsel (fysiek en/of psychisch) alsmede van risico’s die zijn verbonden aan het werk en de werkomgeving. Re-integratieverplichtingen van een werkgever ontstaan nadat arbeidsongeschiktheid bij een werknemer is ingetreden. Of UWV, en zo ja welke norm waarvoor artikel 7:658 BW bescherming beoogt te bieden, zij in dit geval zou hebben geschonden, heeft werknemer in het geheel niet gesteld. De primaire vordering moet worden afgewezen.

Met betrekking tot het kennelijk onredelijke ontslag, oordeelt de kantonrechter dat het UWV haar re-integratieverplichtingen niet vlekkeloos is nagekomen. Mede gelet op de leeftijd en arbeidskansen van werknemer, moet het ontslag kennelijk onredelijk worden geoordeeld. Rekening houdend met de extra’s die werknemer reeds heeft ontvangen en nog ontvangt (loondoorbetaling van drie in plaats van twee jaar tijdens ziekte en aanvulling uitkering), acht de kantonrechter, alle omstandigheden van het geval in aanmerking genomen, een schadevergoeding van € 5.000 bruto passend.