Naar boven ↑

Rechtspraak

Atypische re-integratiezaak. Werknemer heeft recht op tewerkstelling in oude functie. Geen sprake van nieuwe 104-weken-termijn ex artikel 7:629 BW

Werknemer is in 2007 uitgevallen wegens een knieblessure. Vanaf 2008 is werkgever met de re-integratie van werknemer gestart. Vanaf 2009 is gestart met re-integratie in het tweede spoor. Werknemer stelt zich thans op het standpunt voldoende in staat te zijn, zijn bedongen arbeid van servicemonteur weer uit te oefenen. Werknemer verwijst naar een UWV-rapport. Werkgever stelt zich op het standpunt dat hij werknemer tegen zichzelf moet beschermen en terugkeer in de oude functie onverantwoord is. Werkgever verwijst in dat kader naar een van het UWV afwijkende bedrijfsarts-rapport.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het oordeel van het UWV is weliswaar niet bindend, maar wel belangrijk. Het is een second opinion ten aanzien van het oordeel van de bedrijfsarts omtrent blijvende ongeschiktheid voor het oude werk. De verzekeringsarts ziet bij onderzoek nauwelijks afwijkingen in het functioneren. Voorts is het oordeel van de bedrijfsarts gebaseerd op zeer gedateerde informatie (uit 2008). Het belang van werknemer om weer in zijn oude functie aan de slag te gaan is groot. Daarbij merkt de kantonrechter wel op dat ook het UWV spreekt van een werkhervatting bij wijze van proef. Mocht werknemer binnen korte tijd weer uitvallen dan vangt derhalve niet een nieuwe 104-weken-termijn aan.

Volgt toewijzing vordering werknemer.