Naar boven ↑

Rechtspraak

Afwijzing ontbindingsverzoek tijdens opzegtermijn

Werknemer (41 jaar) is sinds 1995 in dienst van Het Bosch. In 2002 is werknemer in dienst getreden van Fairy Golf. Beide bedrijven worden door dezelfde familie gehouden. Wegens het wegvallen van een grote opdrachtgever wordt de arbeidsovereenkomst met toestemming van het UWV tussen werknemer en Fairy Golf per 1 november 2009 opgezegd. Werknemer is een nieuwe arbeidsovereenkomst bij Het Bosch aangeboden tijdens de opzegtermijn, maar van dit aanbod heeft werknemer geen gebruik gemaakt. Thans verzoekt werknemer tijdens de opzegtermijn ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer is ontvankelijk in zijn verzoek. Werknemer heeft tijdens de procedure bij UWV WERKbedrijf aangegeven bij Het Bosch in dienst te willen treden. Vast staat dat deze kans hem daadwerkelijk is geboden. Dat dit aanbod 'pour besoin de la cause' is gedaan, dat het slechts om een tijdelijke oplossing ging en dat de arbeidsvoorwaarden bovendien zo slecht waren, dat van werknemer redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat hij het aanbod aanvaardde, heeft werknemer niet aannemelijk gemaakt. Door het aanbod van de familie af te slaan, heeft werknemer het over zichzelf afgeroepen dat hij thans zonder werk zit. Nog daargelaten dat thans geen sprake meer is van een arbeidsovereenkomst, zou deze situatie er dan ook niet toe hebben kunnen leiden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve vóór 1 november 2009 moet worden ontbonden.

Het verzoek wordt daarom afgewezen.