Werknemer (45 jaar) is sinds 1984 in dienst van Baker Hughes in de functie van Quality Analist. In verband met een reorganisatie is de functie van werknemer komen te vervallen per 31 augustus 2009. Volgens Baker Hughes is er geen passende functie voor werknemer binnen de organisatie. Thans verzoekt zij ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer. Werknemer stelt zich op het standpunt dat er voldoende uitwisselbare functies vacant zijn, dat de werkelijke reden van het ontslag is gelegen in het feit dat hij jegens de huidige directeur een klacht heeft ingediend en voorts dat hij als ex-voorzitter van de ondernemingsraad onder de bescherming van artikel 7:670a BW valt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vooropgesteld wordt dat aan de werkgever de beleidsvrijheid toekomt om zijn organisatie zo in te richten als hij wil, ook als dit het verdwijnen van een (of meer) arbeidsplaats(en) impliceert. Aan de werkgever komt echter niet alleen de hiervoor genoemde beleidsvrijheid toe, op hem rust evenzeer een inspanningsverplichting jegens zijn werknemers. Baker Hughes stelt zich op het standpunt er alles aan te hebben gedaan wat mogelijk is om werknemer in een andere, passende functie te werk te stellen. De kantonrechter kan zich niet met dit standpunt verenigen.

Volgt afwijzing verzoek.