Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 28 oktober 2009
ECLI:NL:RBBRE:2009:BK4886
werknemer/Houben Advocaten
Werknemer is vanaf 1 juli 2002 in dienst van Houben Advocaten als advocaat-stagiair. Vanaf 2005 is bij Houden Advacaten in dienst als werknemer advocaat-medewerker. Op deze arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding en relatiebeding van toepassing welke werknemer verbiedt om gedurende twee jaar na afloop van het dienstverband in Breda en omgeving werkzaam te zijn. In 2007 heeft Houden Advocaten werknemer aangeboden toe te treden tot de maatschap. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 november 2009 en wenst bij een concurrent in Breda, Corton advocaten, in dienst te treden. Thans vordert werknemer schorsing van het concurrentiebeding wegens onbillijke benadeling bij onverkorte handhaving (artikel 7:653 lid 2 BW).
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Het concrete belang van Houben haar zakelijke bedrijfsbelangen te beschermen weegt zwaarder dan het voor voor werknemer resterende concrete belang werkzaam te worden in een werkomgeving/advocatenkantoor waarvan hij zich beter met het beleid kan verenigen en waar hij een betere toekomst voorziet. Daarbij is met name in aanmerking genomen dat Corton advocaten zich op enigerlei wijze associƫert met Houben en dat werknemer in de netwerken bekend is als advocaat bij Houben en ten koste van Houben bij een direct concurrerend advocatenkantoor in Breda bestaande en potentiƫle klanten zou gaan bedienen. Daar tegenover is het meer persoonlijke belang van werknemer te licht. Hij kan immers in de betrekkelijk nabije omgeving een werkomgeving zoeken die bij zijn persoonlijke wensen past. Gesteld noch gebleken is dat dat niet tot de mogelijkheden behoort. Als hij daar niet voor kiest zal hij zijn wens om bij Corton advocaten te gaan werken enige tijd moeten uitstellen. Bij handhaving van het concurrentie- en relatiebeding kan Houben in de komende periode zich inspannen haar zakelijke bedrijfsbelangen veilig te stellen. De voorzieningenrechter is ten aanzien van het concurrentiebeding van oordeel dat een periode van 1 jaar voor Houben voldoende moet zijn om haar belangen veilig te stellen. Ten aanzien van het relatiebeding geldt dat, waar werknemer niet als zelfstandig advocaat in Breda wenst te gaan werken, een belang bij verkorting van dat beding niet aanwezig is. Feiten of omstandigheden ontbreken om te kunnen oordelen dat werknemer door het relatiebeding in zijn arbeidskeuze wordt beperkt.
Volgt schorsing van het concurrentiebeding voor zover het betreft de periode na afloop van 1 jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst tussen partijen.