Naar boven ↑

Rechtspraak

Autobedrijf X/werknemer
Rechtbank Gelderland, 6 november 2009
ECLI:NL:RBARN:2009:BK5475

Autobedrijf X/werknemer

Handhaving concurrentiebeding. Geen schadeplichtige opzegging, geen zuiver taalkundige uitleg

Werknemer is op 1 oktober 2008 in dienst getreden van werkgever, een autogarage- en poetsbedrijf. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst per juni 2009 opgezegd. Op of omstreeks diezelfde datum is werknemer een eenmanszaak gestart, met als doelomschrijving het repareren en onderhouden van auto's. Werkgever heeft werknemer gesommeerd te stoppen met deze concurrerende handelingen en boetes ad € 112.500 verbeurd verklaard. Werknemer stelt zich onder meer op het standpunt dat werkgever stelselmatig te laat is geweest met salarisbetaling, waardoor werkgever aan werknemer een dringende reden heeft gegeven de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Onder deze omstandigheden kan werkgever geen rechten meer ontlenen aan het concurrentiebeding (artikel 7:653 lid 3 BW). Voorts zou het concurrentiebeding niet geldig zijn wegens onduidelijkheid.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Of sprake is van een dringende reden, kan niet in kort geding worden vastgesteld wegens gebrek aan voldoende feiten en uitdrukkelijke betwisting door werkgever. De stelling dat het concurrentiebeding onduidelijk is en daarom niet geldig, wordt evenmin gevolgd. De vraag wat de exacte betekenis is van het in artikel 16.1 van de arbeidsovereenkomst neergelegde non-concurrentiebeding kan niet worden beantwoord enkel op grond van een zuiver taalkundige uitleg van de bewoordingen. Het komt tevens aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepaling mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Niettemin is een taalkundige uitleg vaak wel van groot belang. De zinsnede ‘binnen een kring met werkgever of als middelpunt’ is niet onduidelijk.

Wel acht de voorzieningenrechter termen aanwezig de duur en het geografische bereik van het concurrentiebeding te matigen tot acht maanden in plaats van twee jaar en 35 kilometer in plaats van 100 kilometer. Voor schorsing van het gehele beding acht de voorzieningenrechter geen termen aanwezig, daar werknemer de situatie zelf heeft veroorzaakt.