Onderwijs Stichting Zelfstandige Gymnasia/werknemer

Werknemer (29 jaar) is in 2007 in dienst getreden van de stichting Onderwijs Stichting Zelfstandige Gymnasia in de functie van docent economie. Werknemer is op 1 september 2009 op staande voet ontslagen wegens het aangaan en onderhouden van een (seksuele) relatie met een minderjarige leerlinge (17 jaar), daardoor misbruik makend van zijn positie als docent en een misdrijf tegen de zeden als bedoeld in titel XIV van het Wetboek van Strafrecht plegend. Werknemer heeft tijdig beroep aangetekend tegen dit ontslag bij de Commissie van Beroep Voortgezet Onderwijs. Thans verzoekt de Stichting voorwaardelijke ontbinding wegens een dringende reden dan wel veranderingen van omstandigheden. Werknemer stelt zich op het standpunt dat sprake is van misbruik van procesrecht door thans ontbinding te verzoeken, terwijl er een procedure bij de Commissie van Beroep aanhangig is gemaakt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is geen sprake van misbruik van procesrecht. Uit feiten en omstandigheden is gebleken dat werknemer - ondanks uitdrukkelijke waarschuwing van de rector om geen contact meer met de desbetreffende leerlinge op te nemen - veelvuldig contact heeft gehad en zelfs een nacht met haar heeft doorgebracht. Geoordeeld wordt dat werknemer door deze gedragingen in ernstige mate het vertrouwen heeft geschonden dat ouders en leerlingen mogen hebben in professioneel gedrag van een docent en het vertrouwen dat de schoolleiding mag hebben dat een docent voldoende afstand houdt tot leerlingen onwaardig is geworden, te meer waar werknemer de waarschuwing van de schoolleiding zich niet in situaties te begeven waarin hij met de leerlinge alleen zou zijn in de wind heeft geslagen. Volgt ontbinding zonder vergoeding.