Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/De Kroon Service- en Schoonmaakdiensten BV
Rechtbank Midden-Nederland, 16 december 2009
ECLI:NL:RBUTR:2009:BK6962

werknemer/De Kroon Service- en Schoonmaakdiensten BV

Werknemer behoudt recht op loon over de uren waarvoor hij arbeidsongeschikt is tijdens toepassing loonsanctie artikel 7:629 lid 3 BW wegens weigering passende arbeid te verrichten

Werknemer (34 jaar) is op 17 februari 2005 in dienst getreden bij de rechtsvoorganger van De Kroon. Werknemer heeft zich op 1 mei 2007 ziek gemeld bij de rechtsvoorganger van De Kroon. Vanaf 1 juni 2007 is De Kroon werkgever van werknemer. De bedrijfsarts acht werknemer geschikt de bedongen arbeid te verrichten. Op 19 juni 2007 bericht het UWV dat werknemer niet in staat is de bedongen arbeid te verrichten per 1 juni 2007. Nadien ontstaat geschil over de te verrichten passende arbeid. De Kroon heeft uiteindelijk een loonsanctie opgelegd. Uiteindelijk wordt werknemer met toestemming van de CWI ontslagen wegens het weigeren passende arbeid te verrichten en zich niet inspannen voor re-integratie. Werknemer vordert thans betaling van loon wegens ten onrechte opgelegde loonsanctie alsmede het loon over de periode dat terecht de loonsanctie is opgelegd, doch dat in plaats van het volledige loon enkel de niet-gewerkte uren krachtens artikel 7:629 BW mochten worden ingehouden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In artikel 7:629 lid 1 BW is bepaald dat een arbeidsongeschikte werknemer gedurende een tijdvak van 104 weken recht heeft op 70% van ' het naar tijdruimte vastgestelde loon …'. Op grond van het bepaalde in lid 3 sub c heeft de werknemer dit recht niet voor de tijd gedurende hij, hoewel daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond passend werk niet verricht. Het gaat thans om de uitleg van ‘dit, naar tijdruimte vastgestelde loon’. Betreft dit het volledige loon dat de werknemer ontving voordat hij arbeidsongeschikt werd? Of ziet deze bepaling slechts op een loonsanctie voor zover dit de uren betreft waarop de werknemer wel geschikt is verklaard maar geen werkzaamheden verricht? In dit laatste geval behoudt de werknemer ingevolge het bepaalde in artikel 7:629 lid 1 BW zijn loon over de uren dat hij nog arbeidsongeschikt wordt geacht. In navolging van het Hof Amsterdam (7 april 2005, JAR, 2005, 111) is de kantonrechter van oordeel dat uit de wetsgeschiedenis noch uit de tekst van het bepaalde in artikel 7:629 lid 3 sub c BW volgt dat de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer zijn recht op doorbetaling voor de uren dat hij nog arbeidsongeschikt is verliest, indien hij voor het gedeelte dat hij arbeidsgeschikt wordt verklaard, niet hervat in zijn eigen dan wel passend werk. De door De Kroon geciteerde tekst uit de Handelingen van de TK (Handelingen 89/2001, p. 5557) heeft naar het oordeel van de kantonrechter geen betrekking op de onderhavige situatie, waarin een arbeidsongeschikte werknemer gedeeltelijk arbeidsgeschikt wordt verklaard. Bijgevolg heeft werknemer recht op loon over de uren dat hij arbeidsongeschikt was.