Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 15 december 2009
ECLI:NL:RBGRO:2009:BL3954
Van der Heide/Castel Media Producties BV
Werknemer verricht sinds 2004 redactiewerkzaamheden voor Castel Media Productions (Castel) op basis van een payroll-constructie met Payroll Services BV, thans Tentoo. Castel heeft beoordelingsgesprekken met werknemer gevoerd en salarisverhogingen doorgevoerd. Partijen zijn overeengekomen dat werknemer steeds 20 uur bij Castel in rekening mag brengen ook als er minder of niet gewerkt wordt. In augustus 2009 laat Castel werknemer weten dat de samenwerkingsovereenkomst vanwege de 'huidige marktomstandigheden' niet kan worden verlengd en per 1 oktober 2009 zal worden beƫindigd. Werknemer heeft zich op de nietigheid van de opzegging beroepen. Daarbij stelt werknemer dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en beroept zich op artikel 7:610a BW. Castel verweert met de stelling dat sprake is van payrolling. Er is nimmer een arbeidsovereenkomst beoogd en werknemer heeft een overeenkomst met Tentoo gesloten. Het beroep op artikel 7:610a BW faalt, daar werknemer geen loon van Castel ontving, maar van Tentoo.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Beoordeeld moet worden of sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter is er sprake van een arbeidsovereenkomst. Er is immers een duidelijke gezagsrelatie aanwezig (beoordelingsgesprekken) tussen Castel en werknemer. Voorts is van belang dat werknemer ook kreeg uitbetaald als er niet was gewerkt. Dat werknemer het loon ontving van Tentoo, neemt niet weg dat wel degelijk sprake kan zijn van een arbeidsovereenkomst tussen Castel en werknemer. Dit betekent dat Castel de overeenkomst heeft opgezegd zonder toestemming van het UWV WERkbedrijf. Volgt toewijzing loonvordering van 20 uur per week.