Kok en werkgeefster zijn het niet eens over uitbetaling van loon na vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van arbeidsovereenkomst.

Niet kan worden vastgesteld dat Nederland de plaats is waar werknemer gewoonlijk heeft gewerkt. Kantonrechter verklaart zich onbevoegd.

Overname van personeel en cliënten na beëindigen Wmo-contract door gemeenten. De kantonrechter oordeelt in kort geding dat sprake is van overgang van onderneming. De loonvorderingen van de (arbeidsongeschikte) werkneemster worden toegewezen.

Voorman/kabelwerker handelt verwijtbaar, door collega met bedrijfsbus van achteren een ‘duwtje’ te geven. Ontbinding arbeidsovereenkomst (e-grond). Geen ernstige verwijtbaarheid; werknemer maakt terecht aanspraak op transitievergoeding (€ 30.587,25 bruto).

Werknemer wordt wegens vernieling op staande voet ontslagen. Arbeidsongeschiktheid staat niet aan ontslag in de weg. Sprake van opzet of bewuste roekeloosheid, waardoor de schadevergoeding terecht is ingehouden.

Arbeidsongeschikte werknemer heeft, door herhaaldelijk niet thuis te geven, afspraken af te zeggen of niet te verschijnen, onvoldoende meegewerkt aan re-integratie. Loonstop terecht. Verschrijving in brief werkgever (‘loonopschorting’ in plaats van ‘loonstopzetting’) wordt werkgever niet aangerekend.

Werkgeefster, onderdeel van internationaal concern, verzoekt ontbinding arbeidsovereenkomst van in haar ogen niet goed functionerende Central Business Officer. Geen sprake van opzegverbod wegens discriminatie/intimidatie (AWGB). Afwijzing verzoek; geen voldragen d-, e-, g- dan wel i-grond.

Werkgeefster verzoekt na weigering UWV de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden, omdat de arbeidsplaats van werknemer wegens bedrijfseconomische omstandigheden is komen te vervallen.

Partijen twisten over de vraag of aan werkgever in het verleden vrijstelling is verleend voor deelname aan een verplichte pensioenregeling. Omdat het pensioenfonds de vrijstelling niet kan aantonen, wordt het veroordeeld met terugwerkende kracht pensioen te betalen.

Arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op grond van artikel 7:671c BW, omdat werkgeefster zich niet als goed werkgever heeft gedragen (art. 7:611 BW). Werkgeefster had hoor en wederhoor moeten toepassen en werkneemster een verbeterkans of herplaatsing moeten bieden, in plaats van de arbeidsrelatie direct te beëindigen. Tevens heeft werkgeefster verzuimd een volledig beeld te geven van de zaak, hetgeen in strijd is met de waarheidsplicht van artikel 21 Rv.