Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 22 september 2009
ECLI:NL:GHSHE:2009:BK7381
werknemer/Airtechnic Solutions BV
Werknemer (41 jaar) is op 1 januari 2004 in dienst getreden van Airtechnic als technisch directeur. Airtechnic houdt zich bezig met industriële luchttechniek. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing. In 2007 heeft werknemer een website opgericht waarmee hij zichzelf verkoopt als luchttechniekspecialist. In 2008 zegt werknemer de arbeidsovereenkomst op. Airtechnic heeft gevorderd dat werknemer de ondernemingsactiviteiten en uitingen op internet per direct staakt alsmede wordt veroordeeld tot betaling van de boetes. De kantonrechter heeft de vorderingen van Airtechnic toegewezen. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in hoger beroep met onder meer de stelling dat in strijd is gehandeld met de Mededingingswet (Mw).
Het hof oordeelt als volgt. Een concurrentiebeding kan een ´´overeenkomst tussen ondernemingen´ betreffen als bedoeld in artikel 6 lid 1 Mw, indien de voormalige werknemer zich als zelfstandig ondernemer op de markt is gaan bewegen en het beding betrekking heeft op de periode na het einde van het dienstverband. In dit geval heeft werknemer zich na 1 november 2008 inderdaad op de markt begeven als zelfstandig ondernemer. Voor toepasselijkheid van artikel 6 Mw is onder meer vereist dat de aangevallen afspraken een merkbaar effect hebben op de concurrentie. In dit geval is door werknemer niet gesteld noch is gebleken dat de marktpositie van partijen voldoende omvangrijk is om een merkbaar effect op de concurrentie te kunnen veroorzaken. Vooralsnog is dus niet aannemelijk dat aan het merkbaarheidsvereiste is voldaan, zodat het beroep van werknemer op artikel 6 Mw faalt.
Voorts oordeelt het hof dat een kopie van het arbeidscontract niet aan de rechtsgeldigheid van het concurrentiebeding af doet. De stelling dat in een kopie de handtekening van werknemer kan zijn ingescand wordt verworpen.
Ook het beroep op gedeeltelijke vernietiging wordt verworpen. Werknemer is bewust het concurrentiebeding aangegaan, de duur van het beding is niet onredelijk en werknemer heeft zelf ontslag genomen. Er is voorts geen reden dat Airtechnic aan werknemer een vergoeding (art. 7:653 lid 4 BW) zou moeten toekennen.
Volgt bekrachtiging vonnis kantonrechter.