Rechtspraak
Van Eenennaam/NAC Breda
Van Eenennaam (53 jaar) was tot 1988 doelman van NAC Breda. Daarna is Van Eenennaam werkzaam gebleven voor NAC. Op 24 september 2009 is Van Eenennaam op non-actief gesteld wegens het vermoeden van betrokkenheid bij interne fraude. Op 5 oktober 2009 is hij op staande voet ontslagen. Aan het ontslag op staande voet is ten grondslag gelegd dat Van Eenennaam uren van taakgestraften onjuist heeft geadministreerd, dat gelden en goederen zijn achtergehouden en dat sponsorkaarten zijn verstrekt aan Pontmeijer, zonder dat Pontmeijer een sponsorcontract heeft met NAC, waarbij NAC zich op het standpunt stelt dat elk op zichzelf staand feit een ontslag op staande voet zou rechtvaardigen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat Van Eenennaam al jarenlang en naar volle tevredenheid aan NAC verbonden is. Niet, althans onvoldoende bestreden is verder dat NAC een voetbalclub is waar geldgebrek een terugkerend probleem is geweest, waarvoor creatieve oplossingen zijn gezocht. Daartoe valt ondermeer te rekenen het contact met de reclassering op grond waarvan NAC met behulp van taakgestraften bijvoorbeeld de schoonmaakkosten van het stadion aanzienlijk heeft kunnen reduceren. Een ander voorbeeld van de hier bedoelde creatieve oplossingen betreft het als tegenprestatie voor bewezen diensten, gebruik maken van de aanwezigheid van wedstrijdkaarten en NAC attributen zoals shirtjes, door die uit te delen of ter beschikking te stellen aan vrijwilligers en partijen, die op enige wijze van betekenis zijn of kunnen zijn voor NAC. Voor wat betreft de beantwoording van de vraag of de aan Van Eenennaam verweten gedragingen een ontslag op staande voet kunnen rechtvaardigen, zal de 'ritselcultuur' waarbinnen Van Eenennaam heeft gewerkt en waarin NAC geen aanwijzingen heeft gegeven om zijn manier van werken te veranderen, nadrukkelijk worden meegewogen, waarbij de kantonrechter als uitgangspunt neemt dat in een organisatie zonder duidelijke richtlijnen en met buitengewoon grote vrijheden voor de betrokkenen om zaken voor NAC geregeld te krijgen, een bepaald handelen minder snel als verwijtbaar gekwalificeerd kan worden, dan dat in een organisatie zou zijn waar duidelijke en stringente regels gelden, die bovendien consequent worden opgevolgd. Voorts zal gewicht worden toegekend aan de duur van het dienstverband en de positie die Van Eenennaam bij NAC heeft bekleed alsmede de gevolgen die een ontslag op staande voet zal hebben. Na afweging van alle omstandigheden van het geval, oordeelt de kantonrechter dat geen sprake is van een ontslag op staande voet. De wedertewerkstelling en loonbetaling worden toegewezen. Rectificatie wordt afgewezen, nu geen sprake is van actieve benadering van de pers door NAC.