Rechtspraak
Rechtbank Den Haag, 22 december 2009
ECLI:NL:RBSGR:2009:BK7553
Flynth Adviseurs en Accountants BV/werknemer
Werknemer (49 jaar) is op 1 oktober 2002 in dienst getreden van Flynth. Na een herstructurering en herverdeling van taken in 2008 zijn partijen verdeeld geraakt over de nieuw uit te voeren functie van werknemer. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat Flynth op 17 juni 2009 toestemming aan het UWV WERKbedrijf heeft gevraagd om de arbeidsovereenkomst met werknemer te mogen opzeggen. Op 22 juni heeft werknemer een ontbindingsverzoek ingediend. Op 27 augustus zegt Flynth met toestemming van het UWV WERKbedrijf de arbeidsovereenkomst onregelmatige op per 1 september 2009. De ontbindingsrechter heeft bij beschikking van 28 augustus het voornemen uitgesproken de arbeidsovereenkomst tegen 16 september 2009 ontbonden onder toekenning van een vergoeding van € 135.600 bruto. Werknemer heeft vervolgens executoriaal beslag gelegd op een van de bankrekeningen van Flynth. Flynth vordert opheffing van dit executoriale beslag en een verbod tot executie. Volgens Flynth dient de beschikking aldus te worden uitgelegd dat sprake is van een voorwaardelijk ontbinding voor zover de arbeidsovereenkomst op 16 september nog bestaat. Nu dit niet het geval is geweest, is de ontbindingsvergoeding niet executabel.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De beschikking is uitgesproken op een tijdstip dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog bestond en de kantonrechter te Haarlem heeft zich er blijkens de beschikking rekenschap van gegeven dat de arbeidsovereenkomst door opzegging op korte termijn ten einde zou kunnen komen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en in beginsel staat daarvan geen hoger beroep open. Werknemer maakt geen misbruik van bevoegdheid door over te gaan tot executie. De beschikking behoudt zijn rechtskracht ook na de opzegging.
Volgt afwijzing vordering Flynth.