Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam, 13 augustus 2009
ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ8100
Ondernemingsraad Novio/Connexxion Holding en Novio NV
Bij tussenvonnis van 2 juli 2009 (AR 2010-18) is de zaak aangehouden om Connexxion Holding in de gelegenheid te stellen om schriftelijk aan te geven welke onderdelen van haar adviesaanvragen van 19 mei 2009 aan de COR en OR OV geen betrekking hebben op het KAN-bedrijf. Ondernemingsraad Novio is in de gelegenheid gesteld om hier binnen een week op te reageren. In het tussenvonnis is voor zover thans nog van belang overwogen dat Ondernemingsraad Novio zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de afspraken met Connexxion inhouden dat zij als ‘NieuwNovio’ na verkrijging van de KAN-concessie en voor de duur van die concessie als zelfstandige juridische entiteit en niet slechts als organisatorische eenheid blijft (voort)bestaan en dat daar in de adviesaanvragen over de reorganisatie van de Divisie OV geen rekening mee is gehouden. Overwogen is dat Connexxion Holding haar besluitvorming over de reorganisatie van haar openbaar vervoersactiviteiten voor zover dit betrekking heeft op het KAN-bedrijf zal dienen op te schorten, totdat de adviesprocedure met Ondernemingsraad Novio ex artikel 25 en 26 WOR rond de vorming en inrichting van het KAN-bedrijf is afgerond. Omdat niet duidelijk was in hoeverre de voorgenomen reorganisatie in andere opzichten aan de vorming van een juridisch zelfstandig KAN-bedrijf in de weg zou staan, is Connexxion Holding in de gelegenheid gesteld schriftelijk aan te geven welke onderdelen van de adviesaanvragen van 19 mei 2009 aan de COR en de OR OV betrekking hebben op of gevolgen kunnen hebben voor de vorming of inrichting van het KAN-bedrijf en is Connexxion Holding in de tussentijd bevolen iedere besluitvorming op te schorten. Thans vordert de Ondernemingsraad Novio Connexxion Holding op straffe van een dwangsom te gebieden de besluitvorming op basis van de adviesaanvragen van 19 mei 2009 met de COR en OR OV op te schorten en opgeschort te houden totdat de adviesprocedure ex artikel 25 en 26 WOR rond de besluitvorming en inrichting van het KAN-bedrijf is afgerond. Subsidiair vordert de Ondernemingsraad Novio dat indien uitvoering wordt gegeven aan de adviesaanvragen dit geen gevolg mag hebben voor de activiteiten en het personeel van Novio alsmede voor de adviesprocedure terzake van het KAN-bedrijf.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De primaire vordering van Ondernemingsraad Novio wordt afgewezen, nu deze te ruim is geformuleerd. Connexxion Holding kan voorshands niet worden veroordeeld om haar besluitvorming nog verder aan te houden. De subsidiaire vorderingen zullen in die zin worden toegewezen (hetgeen dient te worden beschouwd als het mindere van het gevorderde) dat Connexxion Holding wordt geboden om voor de duur van de SAN-concessie, ingaande 13 december 2009, het KAN-bedrijf zo in te richten dat de concessie in zijn geheel door (Nieuw) Novio wordt uitgevoerd en dat het daarbij betrokken directe en indirecte personeel van KAN-Noord (Connexxion) en KAN-Zuid (Hermes) overeenkomstig artikel 37 van de Wet Personenvervoer 2000 wordt geïntegreerd in (Nieuw) Novio als concessiehoudster. Omdat thans niet te bepalen is welke en hoeveel werknemers onder (met name) het indirecte personeel in de zin van artikel 37 van de Wet op het Personenvervoer vallen, wordt aan deze veroordeling geen dwangsom verbonden. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat Connexxion Holding zich aan deze veroordeling zal houden. Indien Ondernemingsraad Novio van mening is dat deze veroordeling wordt geschonden en partijen er onderling niet uitkomen kan Ondernemingsraad Novio dit (opnieuw) aan de rechter voorleggen.