Naar boven ↑

Rechtspraak

MedCos/werknemers c.s.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Zwolle), 19 januari 2010
ECLI:NL:RBZLY:2010:BK9824

MedCos/werknemers c.s.

Overtreding concurrentie-, relatie- en non-coöperatiebeding. Geen sprake van artikel 7:653 lid 3 BW

Werknemers A en B zijn sinds 2004 respectievelijk 2007 in dienst getreden van MedCos, een onderneming die zich bezig houdt met het ontwerpen, produceren en verkopen van (non-invasieve) medisch cosmetische apparatuur en daarbij behorende producten en crèmes ten behoeve van de professionele beautybranche. In de arbeidsovereenkomsten van werknemers staan concurrentiebedingen en geheimhoudingsbedingen opgenomen. In 2009 hebben beide werknemers hun arbeidsovereenkomsten opgezegd en zijn zij voor een Duitse werkgever concurrerende werkzaamheden gaan verrichten op de Nederlandse markt, hetgeen de concurrentiebedingen uitdrukkelijk verbood. MedCos vordert onder meer een verbod van verdere concurrerende handelingen. Werknemers verweren zich onder meer met de stelling dat hun werkzaamheden niet onder het functionele bereik van het concurrentiebeding vallen en voorts dat MedCos geen rechten aan de bedingen kan ontlenen op grond van artikel 7:653 lid 3 BW.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemers menen is wel degelijk sprake van concurrerende handelingen die onder het functionele bereik van de bedingen vallen. Voorts kan niet worden gezegd dat MedCos zich niet als goed werkgever heeft gedragen en daardoor schadeplichtig is jegens werknemers, zodat het beroep op artikel 7:653 lid 3 BW faalt. Werknemers hadden hiertoe gesteld dat zij geen of te weinig provisie hadden uitbetaald gekregen. Dit is in rechte evenwel onvoldoende komen vast te staan. Daarbij komt dat partijen met wederzijds goedvinden uit elkaar zijn gegaan.

Volgt toewijzing van de vorderingen.