Rechtspraak
werknemer/UWV
Werknemer is sinds 1974 in dienst van (de rechtsvoorganger van) het UWV. UWV heeft in de collectieve arbeidsovereenkomst (UWV-CAO) met ingang van 2002 een nieuw functiewaarderingssysteem ingevoerd op basis van een voor UWV geldende Functieniveaumatrix (hierna: UWV-FNM). Werknemer is met ingang van 1 juli 2003 geplaatst in de functie Medewerker Bezwaar en Beroep stap 4 in het Directoraat Bezwaar en Beroep, welke functie voorlopig was ingedeeld in functiegroep 8. Werknemer heeft op 28 oktober 2005 bezwaar gemaakt tegen zijn functie-indeling bij de Geschillencommissie Functiewaardering. Hij heeft verzocht de functie in te delen in functiegroep 9, evenals bij de vroegere functie Beambte beroepszaken het geval was, en bij de huidige functie Bezwaar Arbeidsdeskundige ook is gebeurd. De commissie heeft geadviseerd tot handhaving van de functie-indeling, waarop het UWV de bezwaren van werknemer ongegrond heeft verklaard. Werknemer heeft UWV op 16 februari 2007 gedagvaard. Hij heeft gesteld dat UWV bij de indeling van de functie Medewerker Bezwaar en Beroep stap 4 in functiegroep 8 heeft gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel, nu de vergelijkbare functie Bezwaar Arbeidsdeskundige wel in functiegroep 9 is ingedeeld en UWV aldus niet als goed werkgever heeft gehandeld. Voorts zou UWV de UWV-FNM niet goed hebben toegepast. De rechtbank heeft de vorderingen van werknemer afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Ten aanzien van de functiewaardering komt het hof slechts een marginale toets toe. De functiematrix is niet onjuist toegepast. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel faalt. Er doet zich hier niet het geval voor dat voor gelijke (in de zin van identieke) werkzaamheden een ongelijk loon wordt betaald. Niet in geschil is dat voor de functies Bezwaar Arbeidsdeskundige en Medewerker Bezwaar en Beroep afzonderlijke functieprofielen zijn vastgesteld en niet is onderbouwd dat hun taken en werkzaamheden niettemin (grotendeels) dezelfde zijn.
Volgt afwijzing vordering werknemer.