Naar boven ↑

Rechtspraak

Machinefabriek Bollegraaf Appingedam BV/werknemer
Rechtbank Noord-Nederland, 5 januari 2010
ECLI:NL:RBGRO:2010:BL0507

Machinefabriek Bollegraaf Appingedam BV/werknemer

Dezelfde dringende reden - onjuiste informatie tijdens sollicitatie - kan niet dienen als grondslag voor voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst na ontslag op staande voet. Billijke vergoeding

Werknemer is op 15 april 2009 in dienst getreden van Bollegraaf. Gedurende de sollicitatieprocedure heeft werknemer aan Bollegraaf een curriculum vitae ter hand gesteld waaruit bleek dat hij veel werkervaring had in leidinggevende functies. Ook tijdens de mondelinge toelichting op de sollicitatie bleek werknemer een 'zwaargewicht' met een indrukwekkend arbeidsverleden. Op 14 september 2009 is werknemer uitgevallen wegens arbeidsongeschiktheid. Op 29 oktober 2009 is werknemer op staande voet ontslagen wegens het doen van onjuiste mededelingen tijdens de sollicitatieprocedure. Uit onderzoek van Bollegraaf is namelijk gebleken dat werknemer niet de functies heeft verricht die in het curriculum vitae staan opgenomen. Thans verzoekt Bollegraaf voorwaardelijke ontbinding wegens primair een dringende reden en subsidiair een verandering van de omstandigheden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu sprake is van een voorwaardelijk ontbindingsverzoek, kan de primaire grondslag niet dienen als rechtvaardiging voor ontbinding. Daarover dienen partijen een bodemprocedure te voeren. Wel is voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Naar het oordeel van de kantonrechter is het gelet op hetgeen door partijen is verklaard thans niet mogelijk te bepalen aan wie de verstoorde arbeidsverhouding in overwegende mate te wijten is. Werknemer heeft immers gemotiveerd de aantijgingen van Bollegraaf betwist. Teneinde daar meer inzicht in te kunnen krijgen zou er nadere bewijsvoering noodzakelijk zijn, maar daar leent de onderhavige procedure zich niet voor. Nu niet is aan te geven aan wie van partijen de verstoorde arbeidsverhouding in overwegende mate te wijten is, zal de kantonrechter aan werknemer een billijke vergoeding toekennen van € 14.000.