Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 27 januari 2010
ECLI:NL:RBSHE:2010:BL1091
Schermvereniging Zaal Verwijlen/werkneemster
Werkneemster is op 1 juni 1998 in dienst getreden van Zaal Verwijlen, en was laatstelijk werkzaam als algemeen medewerkster/assistent trainer. Medio november 2009 heeft de eigenaar van de sportzaal de huurovereenkomst met Zaal Verwijlen met onmiddellijke ingang opgezegd vanwege een huurachterstand. Zaal Verwijlen is op zoek gegaan naar een nieuwe locatie die zij gevonden heeft in Cuijk. Werkneemster weigert echter op de nieuwe locatie te werken, omdat volgens haar sprake is van een overgang van onderneming met de nieuwe vereniging ArgOss die thans de zaal huurt en schermactiviteiten ontplooit. De eigenaar van ArgOss en Zaal Verwijlen blijkt overigens dezelfde persoon te zijn. Zaal Verwijlen heeft werkneemster vervolgens op staande voet ontslagen wegens werkweigering. Thans verzoekt Zaal Verwijlen voorwaardelijke ontbinding. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat Zaal Verwijlen niet-ontvankelijk is nu ArgOss haar nieuwe werkgever is geworden. Voor zover wel tot inhoudelijke behandeling wordt overgegaan, acht werkneemster C=3 passend.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werkneemster meent, is Zaal Verwijlen wel ontvankelijk in haar verzoek. De vraag of sprake is van overgang van onderneming kan in deze procedure niet worden beantwoord. Wel acht de kantonrechter duidelijk sprake van een verstoorde arbeidsrelatie. Over de verwijtbaarheid oordeelt de kantonrechter als volgt. Werkneemster werd geconfronteerd met deze plotselinge locatiewijziging die een aanzienlijke vermeerdering van reisduur en beduidend veel extra reiskosten met zich meebracht, hetgeen door Zaal Verwijlen niet zou worden vergoed. Ook werd aan haar zonder overleg een werkinstructie overhandigd, met werktijden van in totaal 32 uren per week, waarbij geen rekening werd gehouden met de extra reisafstand (tijd voor tijd) en waarbij zij bovendien elke dag 15 minuten voor aanvang aanwezig diende te zijn. Voorts was het zeer twijfelachtig of er op 14 december 2009 in Cuijk wel leden zouden zijn om training aan te geven. Voor zover de weigering van werkneemster om op 14 december 2009 op het werk te verschijnen heeft bijgedragen in de vertrouwensbreuk tussen partijen kan werkneemster hiervan in het licht van voornoemde omstandigheden geen verwijt worden gemaakt. Daarentegen heeft het gevolgde ontslag op staande voet van werkneemster op 14 december 2009, zonder voorafgaande waarschuwing, onmiskenbaar bijgedragen aan een verdere vertrouwensbreuk tussen partijen. Het habe nichts verweer van Zaal Verwijlen zal evenwel gehonoreerd worden. Uit stukken is gebleken dat zij geen financiele voorzieningen kan treffen. Om de financiƫle gevolgen van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor werkneemster niet direct te laten ingaan, zal de arbeidsovereenkomst eerst ontbonden worden met ingang van 1 mei 2010. Het is aan partijen om er gezamenlijk voor te zorgen dat de loonsubsidie die zaal Verwijlen tot die datum voor werkneemster ontvangt, bij haar terecht komt.
Volgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.