Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Notariskantoor X
Rechtbank Midden-Nederland, 27 januari 2010
ECLI:NL:RBZLY:2010:BL1519

werkneemster/Notariskantoor X

Kennelijk onredelijk ontslag oudere werknemer. Volledige schadevergoeding leidt wegens habe nichts-verweer tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zodat vergoeding wordt gematigd

Werkneemster (54 jaar) is op 1 juli 1998 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Notariskantoor X, laatstelijk in de functie van notarieel medewerkster. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van het UWV WERKbedrijf per 1 oktober 2009 opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen. Thans vordert werkneemster schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag alsmede gefixeerde schadevergoeding wegens toepassing van een verkeerde opzegtermijn. Volgens werkneemster diende de opzegtermijn van werkneemster geen twee maanden, maar vijf maanden te bedragen op grond van contractuele afspraken. Het Notariskantoor X stelt zich op het standpunt dat zij onvoldoende middelen heeft voor het treffen van een financiële voorziening. Voorts wijst zij op de begin 2009 opnieuw overeengekomen arbeidsovereenkomst met werkneemster, waarmee de oude contractuele opzegtermijnen zijn komen te vervallen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De vordering inzake gefixeerde schadevergoeding wordt toegewezen. Ook uit de nieuwe arbeidsovereenkomst blijkt dat de oude contractuele opzegtermijnen – conform de voor 1 januari 1999 geldende CAO Notariaat – onverkort van toepassing zijn gebleven op werkneemster. Met betrekking tot de vordering uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag, overweegt de kantonrechter dat de kansen van werkneemster op het vinden van een baan gering zijn, dat zij een vlekkeloos dienstverband heeft gehad van ruim elf jaar en voorts dat werkneemster op leeftijd is. Dit alles maakt dat het ontslag zonder financiële voorziening als kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt. Nu de omvang van de door haar geleden schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal deze worden geschat. Rekening houdende met de omvang van het door werkneemster maandelijks genoten salaris en haar leeftijd, en er voorts van uitgaande dat werkneemster aanspraak kan maken op een WW-uitkering, zal die schade worden geschat op een bedrag van € 7500,00 bruto. Met name gelet op deze slechte financiële positie van de onderneming van Notariskantoor X ten tijde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, is de kantonrechter van oordeel dat in de gegeven omstandigheden de toekenning van het volledige schadevergoedingsbedrag van € 7500,00 tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen leidt. De vergoeding zal derhalve op € 5000,00 worden gesteld.