Rechtspraak
Stichting Sherpa/werknemer
Werknemer (54 jaar) is in 1997 in dienst getreden van Sherpa. Vanaf 2000 is de functie van werknemer Vakman Bouwkunde. In deze functie dient werknemer onder meer storingsdiensten te draaien. Na een reorganisatie in 2006 is de functie Vakman Bouwkunde komen te vervallen. In het kader van de reorganisatie is een Sociaal Plan opgesteld. Daarin staat opgenomen dat werknemers hun salaris behouden maar dat voor onregelmatigheidstoeslagen een afbouwregeling zal gelden. Partijen zijn thans verdeeld over het antwoord op de vraag of de vergoeding voor storingsdienstwerkzaamheden moet worden beschouwd als onregelmatigheidstoeslag of als vast looncomponent. Volgens Sherpa is sprake van zogenoemde bereikbaarheidsdiensten waarvoor een overwerkvergoeding geldt, maar geen afbouwregeling. De kantonrechter heeft Sherpa veroordeeld tot betaling van de afbouwregeling. Tegen dit oordeel keert Sherpa zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Onder verwijzing naar de tussen partijen van toepassing zijnde cao, concludeert het hof dat de storingsdienstwerkzaamheden moeten worden gekwalificeerd als bereikbaarheidsdiensten. Het enkele feit dat in de arbeidsovereenkomst van werknemer stond opgenomen dat hij dergelijke diensten moest draaien, maakt niet dat hierdoor het incidentele of onregelmatige karakter wordt weggenomen. In het Sociaal Plan is geen afbouwregeling getroffen voor het vervallen van de inkomsten uit de storingsdiensten, die niet behoren tot het vaste inkomen van werknemer. Werknemer stelt dat de onbillijkheid zich toespitst op het wegvallen van een substantieel deel van zijn inkomen. Hij licht verder niet toe waarom dat in zijn geval onbillijke gevolgen heeft. Sherpa stelt daartegenover dat werknemer geen bereikbaarheidsdiensten meer heeft en derhalve buiten zijn normale werkweek ook niet meer opgeroepen wordt. Ook heeft Sherpa het verschil in behandeling tussen de werknemers die onregelmatigheidstoeslagen verkregen (en wel aanspraak kunnen maken op de afbouwregeling) en de werknemers die inkomsten uit bereikbaarheidsdiensten en overwerk verkregen (en die geen aanspraak kunnen maken op de afbouwregeling), toegelicht. De eerste categorie werknemers blijft hetzelfde aantal uren werken, doch krijgt daar minder voor betaald (door het verval van de onregelmatigheidstoeslagen), waardoor een compensatie in de vorm van een afbouwregeling voor de hand ligt. De tweede categorie werknemers, waartoe werknemer behoort, zal minder gaan verdienen, doch daar staat tegenover dat de diensten waaruit het inkomen werd verkregen, vervallen. Reeds gezien het voorgaande is het hof van oordeel dat werknemer geen beroep op de hardheidsclausule toekomt.
Volgt vernietiging vonnis van de kantonrechter en afwijzing vordering werknemer.