Rechtspraak
werkgever/werknemer
Werkneemster is in dienst van werkgever in de functie van hoofd logistiek. Vanaf juli 2009 is werkneemster arbeidsongeschikt wegens ziekte. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van disfunctioneren. Volgens werkgever heeft werkneemster grote schade aan de onderneming toegebracht door zonder prijsafspraken displays in te kopen alsmede verkeerde kortingen in te voeren, waardoor afnemers tot wel 70% in plaats van 30% korting ontvingen. Mede vanwege het feit dat de onderneming thans in een doorstart uit faillissement verkeert, is er geen mogelijkheid tot het aanbieden van een vergoeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het disfunctioneren is niet voldoende aangetoond. Uit het functioneringsverslag van mei 2009 blijkt wel van enige kritiek op het functioneren, maar niet zo wezenlijk dat geconcludeerd kan worden dat sprake is van disfunctioneren. Wat de concrete verwijten betreft, oordeelt de kantonrechter dat mensen nu eenmaal fouten maken. Van een slordige basisopstelling is bij werkneemster evenwel geen sprake. Met betrekking tot de bedrijfseconomische omstandigheden overweegt de kantonrechter dat werkgever onvoldoende duidelijk heeft gemaakt dat er een noodzaak is tot ontslag van werkneemster. Daarbij verwijst de kantonrechter uitdrukkelijk naar het Ontslagbesluit en de Beleidsregels UWV op dit punt. Het ontslag van werkneemster op grond van bedrijfseconomische omstandigheden komt tamelijk willekeurig voor.
Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.