Rechtspraak
werknemer/Delta BV
Werknemer is als statutair directeur in dienst van Delta. Tussen werknemer en zijn medebestuurder is een verschil van inzicht ontstaan over de wijze van bestuursvoering binnen Delta. Werknemer heeft samen met een aantal vestigingsdirecteur zijn ongenoegen op papier gezet en aan de Raad van Commissarissen gericht. Hierdoor is een verstoorde arbeidsrelatie ontstaan en is werknemer uiteindelijk ontslagen. Thans vordert werknemer uitbetaling van de contractuele afvloeiingsregeling. Delta stelt zich op het standpunt dat sprake is van een verwijtbaar ontslag, zodat werknemer geen recht heeft op de ontslagvergoeding. Daarnaast stelt werknemer zich op het standpunt dat het ontslag kennelijk onredelijk is.
De rechtbank oordeelt als volgt. Werknemer heeft zelf in belangrijke mate bijgedragen aan de verstoorde arbeidsrelatie. Indien hij het niet eens was met de handelwijze van de algemeen directeur, dan had hij dit (nogmaals) schriftelijk aan de Raad van Commissarissen moeten berichten. Door echter de steun van vestigingsdirecteuren in te roepen, heeft hij de bestuursverhouding met de algemeen directeur onmogelijk gemaakt. Dit valt werknemer te verwijten, zodat hij geen aanspraak maakt op de contractuele ontslagvergoeding.
De handelwijze van de Raad van Commissarissen maakt het ontslag evenwel kennelijk onredelijk. De Raad heeft vanaf het ontstaan van het probleem gekozen voor een harde opstelling met duidelijk een voorkeur voor behoud van de algemeen directeur. Er is derhalve bewust aangekoerst op een onwerkbare situatie. In die zin is het ontslag gegrond op een voorgewende reden (ontbreken van loyaliteit). De rechtbank ziet evenwel geen aanleiding een hogere schadevergoeding toe te kennen dan de reeds betaalde vergoeding van € 199.979. Zij grondt haar oordeel in de eerste plaats op het feit dat het ontslag ook aan werknemer verwijtbaar is en verder op de duur van het dienstverband - zes jaar -, op de aard en inhoud van het dienstverband, waarbij een bepaald afbreukrisico hoort, dat ook in het salaris is verdisconteerd, zijn leeftijd en ervaring op grond waarvan een langdurige werkloosheid niet voor de hand lag en ten slotte op het feit dat werknemer onmiddellijk aansluitend een nieuw dienstverband heeft aanvaard in een soortgelijke functie met, naar mag worden aangenomen nu werknemer niet anders heeft gesteld, een soortgelijk salaris.