Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Kwik Fit Nederland BV
Rechtbank Gelderland (Locatie Zutphen), 9 februari 2010
ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3063

werknemer/Kwik Fit Nederland BV

Herhaald ontslag op staande voet statutair bestuurder na nietig vennootschapsrechtelijk ontslagbesluit nog steeds onverwijld verleend

Werknemer is op 8 januari 2001 in dienst getreden bij Kwik-Fit Europe B.V. in de functie van Managing Director. Hij is sedert juli 2007 bestuurder van Kwik-Fit (Nederland B.V.) en USN-Centuri B.V., sedert april 2004 van Kwik-Fit Europe B.V. en sedert december 2006 van Kwik-Fit Netherlands Coƶperatief. Op 17 september 2009 heeft AVA werknemer per direct ontslagen wegens een vertrouwensbreuk. Werknemer heeft de nietigheid van de ontslagbesluiten ingeroepen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van werknemer toegewezen wegens het niet naleven van het voorschrift van artikel 2:227 lid 4 BW. Op 29 oktober 2009 heeft een nieuwe AVA plaatsgevonden en is werknemer op staande voet ontslagen. Kwik-Fit voert samengevat aan dat werknemer op staande voet is ontslagen vanwege onder meer betrokkenheid bij financiƫle malversaties, bij verdachte transacties met betrekking tot bedrijfspanden van Kwik-Fit en bij het aangaan namens Kwik-Fit van voor Kwik-Fit uiterst bezwarende contracten zonder daaraan voorafgaand de daartoe vereiste toestemming te vragen aan de aandeelhouders. Thans vordert werknemer schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging alsmede kennelijk onredelijk ontslag.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Een ontslag op staande voet ex artikel 7:677 BW moet onverwijld en dus voortvarend zijn verleend. De eis van voortvarendheid/onverwijldheid gaat evenwel niet zo ver dat ontslag op staande voet onmiddellijk moet volgen. Zo kan en mag tijd worden genomen voor het uitvoeren van een onderzoek en om te kunnen voldoen aan andere formele vereisten, zoals het in acht nemen van de regels van het vennootschapsrecht voor het deugdelijk bijeenroepen van een AVA. Van het op 17 september 2009 aan werknemer medegedeelde ontslag is voorshands aannemelijk dat aan het vereiste dat dit onverwijld is gegeven, is voldaan. Weliswaar is blijkens het vonnis van 14 oktober 2009 twijfelachtig of dat ontslag op grond van regels van vennootschapsrecht in stand zal blijven, maar evident is dat werknemer op dat moment, althans op het moment dat het ontslagbesluit aan hem werd medegedeeld, op de hoogte was van de reden voor opzegging. Het wachten was derhalve nog op een besluit van de AVA. Mocht in een bodemgeschil tussen partijen blijken dat het eerste ontslag niet in rechte stand houdt omdat de wettelijke en statutaire bepalingen ten aanzien van de oproeping van werknemer voor de AVA van 17 september 2009 niet in acht zijn genomen, dan betekent dit nog niet dat Kwik-Fit niet op dezelfde gronden en nadat zij de wettelijke termijn voor besluitvorming in acht had genomen, opnieuw een ontslag op staande voet op dezelfde gronden mocht geven. Integendeel: in dat geval kon Kwik-Fit dat ontslag op grond van deze regels immers niet eerder geven, zodat ook aldus aan de eis van onverwijldheid is voldaan. Bij gebrek aan gemotiveerde betwisting van de dringende reden door werknemer, acht de voorzieningenrechter een dergelijke reden aanwezig.

Volgt afwijzing vordering werknemer.