Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 30 december 2009
ECLI:NL:RBZLY:2009:BL3617
statutair directeur/DMI Dutch Holding en DMI Holding
Werknemer is statutair directeur van DMI Dutch Holding en DMI Holding. Op 18 december 2009 is werknemer met onmiddellijke ingang geschorst als bestuurder van DMI Dutch Holding en DMI Holding. Dit is gebeurd tijdens een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van beide vennootschappen. Werknemer was niet aanwezig bij deze vergadering maar bij een klant in Engeland op werkbezoek. De reden van de schorsing is gelegen in het ontbreken van vertrouwen in het gevoerde beleid van werknemer. Thans vordert werknemer opheffing/intrekking van het schorsingsbesluit en wedertewerkstelling.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De eisen van redelijkheid en billijkheid die een rechtspersoon en zijn organen jegens elkaar in acht moeten nemen, brengen mee dat een bestuurder in beginsel in de gelegenheid moet worden gesteld zich tegen een voorgenomen besluit tot schorsing te verweren. Werknemer is niet op de vergadering aanwezig geweest en heeft gemotiveerd betwist dat hem de mogelijkheid is geboden telefonisch zijn raadgevende stem te geven. Dit impliceert dat werknemer niet de gelegenheid heeft gehad met betrekking tot de schorsingsbesluiten gebruik te maken van zijn raadgevende stem en dat de besluiten in strijd met het bepaalde in artikel 2:227 lid 4 BW tot stand zijn gekomen. Voorts is de motivering van de schorsing dermate vaag dat daarmee tevens in strijd is gehandeld met artikel 2:15 BW.
Volgt toewijzing vordering werknemer.