Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 18 juli 2007
ECLI:NL:RBUTR:2007:BL5496
eiser/Stronghold Bedrijfsjuristen BV
De echtgenoot van werkneemster-erflaatster vordert in deze procedure een overlijdensuitkering als bedoeld in artikel 7:674 BW ter hoogte van één maandloon, te vermeerderen met vakantietoeslag en wettelijke verhoging, en voorts dat hij als erfgenaam recht heeft op uitbetaling van de opgebouwde, niet-genoten, vakantiedagen. Stronghold (werkgever) heeft verweer gevoerd.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van artikel 7:674 BW heeft de echtgenoot van de overleden werknemer jegens de ex-werkgever recht op betaling van een uitkering ten bedrage van het loon dat de werkneemster laatstelijk rechtens toekwam. Deze bepaling stelt niet als voorwaarde dat de echtgenoot van de overleden werkneemster erfgenaam is en de nalatenschap heeft aanvaard. Naar het oordeel van de kantonrechter is de overlijdensuitkering op grond van voormelde wetsgeschiedenis zodanig met (doorbetaling gedurende één maand van het) loon gelijk te stellen dat de wettelijke verhoging ook over de overlijdensuitkering verschuldigd is indien de (ex-)werkgever niet tijdig betaalt. Uit de passage in de MvA 'opdat het gezin niet van de ene dag op de andere van de normale inkomsten verstoken wordt' leidt de kantonrechter voorts af dat de overlijdensuitkering direct opeisbaar is. Nu de overlijdensuitkering en de vakantietoeslag niet binnen de in artikel 7:625 BW bepaalde termijn zijn betaald, is de wettelijke verhoging ook over deze posten toewijsbaar. De vordering wegens niet-opgenomen vakantiedagen is eveneens toewijsbaar. Zij valt weliswaar niet onder de reikwijdte van artikel 7:674 BW, maar wel in de nalatenschap van werkneemster, van wie eiser enig erfgenaam is.
Volgt toewijzing vordering eiser.