Rechtspraak
werknemer/Teico Service BV
Werknemer is vanaf 1 november 1999 werkzaam bij Teico als meewerkend voorman schoonmaak. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf van toepassing. Op 14 april 2008 is werknemer uitgevallen wegens arbeidsongeschiktheid. Voor die datum werkte werknemer structureel meer dan het overeengekomen aantal uren. Thans vordert werknemer doorbetaling van het loon ex artikel 7:629 BW gebaseerd op 170 uur per maand. Volgens werknemer is dit de bedongen omvang van de werkzaamheden en beroept hij zich op de feitelijk gewerkte uren. Teico stelt zich op het standpunt dat de bedongen arbeid 152 uur per maand bedraagt en dat werknemer voor het overwerk een overwerkvergoeding krijgt.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van het bepaalde in artikel 7:610b BW bestaat op basis van voormelde gegevens het rechtsvermoeden dat de bedongen arbeid een omvang heeft van 180 uur per vier weken. Het in dit artikel neergelegde rechtsvermoeden is evenwel slechts een handvat, onder meer voor de vraag hoe moet worden omgegaan met incidenteel of structureel overwerk. Dit vermoeden kan door de werkgever worden weerlegd. Een cao kan van deze weerlegging onderdeel uitmaken (Kamerstukken II 1997/1998, 25 263, nr. 33, p. 3). De kantonrechter is van oordeel dat Teico het rechtsvermoeden in het onderhavige geval voldoende heeft weerlegd. Doorslaggevend in dit kader is dat de cao duidelijke afspraken bevat over hoe dient te worden omgegaan met extra gewerkte uren. Op basis van de cao worden alle uren boven de 152 uur per vier weken aangemerkt als overwerk. De cao maakt hierbij geen onderscheid tussen incidenteel en structureel overwerk, zoals ook is geoordeeld door de Geschillencommissie RAS. Overwerk wordt op basis van de cao extra beloond door een toeslag van 25% te betalen, hetgeen in de praktijk ook is geschied. Aan de andere kant worden deze overwerkuren op grond van de cao niet uitbetaald in geval van arbeidsongeschiktheid. Gelet op deze bepalingen van de cao dienen de uren die werknemer feitelijk extra heeft gewerkt boven op de tussen partijen in de arbeidsovereenkomst overeengekomen 160 uur per vier weken niet te worden aangemerkt als bedongen arbeid, maar als overwerkuren. Ten aanzien van de acht uren die werknemer extra werkt boven op de in de cao genoemde 152 uur per vier weken geldt dat deze, ondanks de bepalingen van de cao, wel dienen te worden gerekend tot de bedongen arbeid omdat deze uren door partijen expliciet in de arbeidsovereenkomst zijn overeengekomen (zie ook en anders LJN BG9171).