Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland, 16 februari 2010
ECLI:NL:RBALK:2010:BL6734
Double RR Assurantiën BV/werknemer
Werknemer is op 1 november 2008 in dienst getreden bij Double RR in de functie van schadebehandelaar/adviseur. De arbeidsovereenkomst is op 15 mei 2009 met wederzijds goedvinden beëindigd. Werknemer is als zelfstandig verzekeringsadviseur gaan werken. Double RR vordert dat werknemer zich gedurende vijf jaar onthoudt van contacten met klanten van Double RR alsmede een voorschot op de schadevergoeding wegens overtreding van het concurrentiebeding, dan wel wegens onrechtmatige concurrentie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer betwist dat de handtekening onder het concurrentiebeding van hem afkomstig is. Uit artikel 159 lid 2 Rv volgt dat een onderhandse akte waarvan de ondertekening door de partij, tegen welke zij dwingend bewijs zou leveren, stellig wordt ontkend, geen bewijs oplevert, zolang niet bewezen is van wie de ondertekening afkomstig is. Dit betekent dat het in geding gebrachte concurrentiebeding niet kan dienen als bewijs. Double RR heeft niet aan de hand van verklaringen of stukken aannemelijk gemaakt dat werknemer actief is geweest in het stelselmatig op zijn initiatief benaderen van klanten die tot haar duurzame klantenbestand behoren. Gelet daarop kan in dit kort geding ook niet worden geoordeeld dat werknemer onrechtmatig heeft gehandeld.
De vorderingen van Double RR worden afgewezen.