Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Assen), 2 maart 2010
ECLI:NL:RBASS:2010:BL6835
werknemer/X Trans BV
Werknemer is gedurende de tijdvakken van 19 mei 2003 tot 15 mei 2004 en van 7 november 2005 tot 4 november 2006 in de functie van internationaal chauffeur bij X Trans in dienst geweest. Na afloop van beide arbeidsovereenkomsten heeft werknemer X Trans finale kwijting verleend met betrekking tot eventuele vorderingen op X Trans. Werknemer vordert thans loon conform de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg gedurende de periodes dat deze cao algemeen verbindend is verklaard.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Niet in geschil is dat X Trans werknemer tijdens de algemeen verbindend verklaarde periodes te weinig loon heeft betaald. De centrale vraag is of werknemer dit achterstallige loon kan vorderden of dat de finale kwijtingsclausule hieraan in de weg staat. Naar het oordeel van de kantonrechter kan de finale kwijting niet worden beschouwd als een (onderdeel van een) vaststellingsovereenkomst ex artikel 7:900 BW. De geschetste gang van zaken lijkt eerder op een bewust opgezette constructie van X Trans. De kantonrechter overweegt volledigheidshalve dat indien wel van een vaststellingsovereenkomst zou moeten worden uitgegaan, op grond van de vaststaande feiten en omstandigheden vast staat dat deze overeenkomst onder invloed van dwang tot stand is gekomen.
Volgt toewijzing vordering werknemer.