Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 3 november 2009
ECLI:NL:RBUTR:2009:BL7223
werkneemster/Bastion Hotelgroep BV
Werkneemster (35 jaar) is op 7 mei 2007 in dienst getreden van Bastion, in de functie van Medewerker Sales Binnendienst. Vanaf 23 januari 2009 geniet werkneemster twee dagen per week ouderschapsverlof. Op 18 januari 2009 heeft werkneemster in verband met de wettelijke uitbreiding van het ouderschapsverlof (van 13 naar 26 weken) verzocht om verlenging van haar ouderschapsverlof waarbij de getroffen regeling zou worden gecontinueerd. Bastion wil het ouderschapsverlof niet op dezelfde voet voortzetten, maar uitsluitend gedurende een hele week werkneemster halve dagen verlof geven. Werkneemster verzoekt thans onverkorte continuering van het ouderschapsverlof (twee vrije dagen, in plaats van vijf halve dagen).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het criterium waaraan de vordering van werkneemster moet worden getoetst, is of Bastion het verzoek van werkneemster om continuering van het ouderschapsverlof op terechte gronden heeft geweigerd. Het verzoek van werkneemster kan slechts op grond van zwaarwegend bedrijfsbelang worden geweigerd, zowel waar dit betreft het verzoek om ouderschapsverlof voor een langere periode dan zes maanden als het verzoek voor een spreiding van het ouderschapsverlof over de week. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Bastion onvoldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van zodanige zwaarwegende bedrijfsomstandigheden, dat continuering van de ouderschapsverlofregeling niet mogelijk is.
Volgt toewijzing vordering werkneemster.